2.6.Voor zover hier van belang is in de behoudens de tarieven gelijkluidende “Verordening rioolheffingen Leeuwarden 2019” en de “Verordening rioolheffingen Leeuwarden 2020” (beide hierna aangeduid als: de Verordening) het volgende vermeld:
“Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. (…)
b. perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;
c. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, of oppervlaktewater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;
d. (…)
e. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater, grondwater en oppervlaktewater;
f. (…)
h. niet-woning: een onroerende of roerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient dan wel volledig dienstbaar is aan woondoeleinden;
i. (…)
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam “rioolheffing” wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en
b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
1. De belasting wordt geheven:
a. van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: eigenarendeel;
en
b. van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, verder te noemen: gebruikersdeel.
2. (…)
Artikel 5 Grondslag en maatstaf van heffing
1. (…)
4. Het gebruikersdeel wordt (…) geheven (…) ingeval van een niet-woning naar het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.
5. Het aantal kubieke meters water dat wordt afgevoerd wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater, grondwater en oppervlaktewater dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij de herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
6. (…)
Artikel 7 Belastingtarieven
1. (...)
2. Het tarief van het gebruikersdeel bedraagt per perceel dat wordt gebruikt
a. (…)
d. als niet-woning voor toegevoegd of opgepompt water
i. bij een gebruik van 0 tot en met 10 m3 [in de Verordening 2019: € 65,76] [en] [in de Verordening 2020: € 67,14];
ii. (…)”.