Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure in hoger beroep
- het beroepschrift, ingekomen op 31 augustus 2023;
- het verweerschrift waarin de vrouw zelf ook hoger beroep instelt (incidenteel hoger beroep);
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep;
- een journaalbericht van mr. Gürcan van 14 februari 2024 met producties;
- een journaalbericht van mr. Gül van 16 februari 2024 met producties (waarvan een deel van de ingediende producties ook zien op de zaak met nummers 200.331.710 en 200.337.224, zie rov. 1.2).
- het beroepschrift, ingekomen op 31 augustus 2023;
- het verweerschrift waarin de man zelf ook hoger beroep instelt;
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep;
- een brief van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de raad) van 6 december 2023.
2.De kern van de zaak
- in de oneven weken van vrijdag 13:00 uur tot zondag 18:00 uur,
- in de even weken van donderdag uit de peuterspeelzaal om 12:30 tot vrijdag 18:00
- de herfstvakantie in de even jaren bij de vrouw en in de oneven jaren bij de man,
- de kerstvakantie in de oneven jaren de eerste week bij de man en de tweede week
- de voorjaarsvakantie in de even jaren bij de man en in de oneven jaren bij de vrouw,
- de meivakantie in de even jaren de eerste week bij de vrouw en de tweede week bij de
3.Het oordeel van het hof
exclusiefhet ontvangen kindgebonden budget – een netto besteedbaar inkomen oplevert van € 2.999 per maand. Haar inkomen is gebaseerd op een 24-urige werkweek. Het hof is van oordeel dat de vrouw met een 24-urige werkweek niet voldoende inkomen heeft om in haar eigen levensonderhoud te voorzien. Dat betekent echter niet dat zij met haar arbeidsaanstelling op grond van haar verdiencapaciteit zich niet in redelijkheid voldoende inkomsten kan verwerven om geheel in haar eigen levensonderhoud te voorzien.
Kleding en lijfsieraden worden tot op tegenbewijs geacht eigendom te zijn van de echtgenoot die deze goederen gebruikt of tot wiens gebruik zij bestemd zijn.” Naar het oordeel van het hof heeft de vrouw voldoende aannemelijk gemaakt dat de sieraden zijn bedoeld om door de vrouw gedragen te worden. Zij heeft onder meer aangetoond dat zij de sieraden bij verschillende gelegenheden daadwerkelijk heeft gedragen/gebruikt. De man heeft verklaard dat hij de sieraden niet draagt/nimmer heeft gedragen en ook niet zal gaan dragen. Hij heeft ter zitting ook verklaard dat de sieraden voor de vrouw bestemd waren, omdat het vrouwensieraden zijn, maar dat zij ze sporadisch droeg.
ik hoef ze niet….” Nu de man de betreffende horloges heeft prijsgegeven en de vrouw - onbetwist - stelt dat zij deze ook niet meer in haar bezit heeft, kan zij deze ook niet (meer) aan de man geven. De grief faalt.
(ongenummerde grief ♂ in de zaak met nummers 200.331.710 en 200.337.224)
4.De beslissing
- de herfstvakantie in de even jaren bij de vrouw en in de oneven jaren bij de man,
- de kerstvakantie in de oneven jaren de eerste week bij de man en de tweede week
- de voorjaarsvakantie in de even jaren bij de man en in de oneven jaren bij de vrouw,
- de meivakantie in de even jaren de eerste week bij de vrouw en de tweede week bij de
- de zomervakantie drie weken aaneengesloten bij een ieder van partijen,
- tijdens de Islamitische feestdagen (het suikerfeest en offerfeest), wisselend per jaar een