Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: [verzoeker] ,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
ambtshalvede grondslag van een schuldenbewind te wijzigen, zodat het bewind een toestandsbewind wordt (of omgekeerd). Als de noodzaak voor een schuldenbewind niet meer bestaat, zodat dat bewind in beginsel moet worden opgeheven, maar een aansluitend toestandsbewind noodzakelijk is, zal dat toestandsbewind moeten worden uitgesproken op verzoek - en alleen op verzoek - van een van de in artikel 1:432 lid 1 en 2 BW genoemde (rechts)personen.