ECLI:NL:GHARL:2024:2436
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte voor openlijk geweld op oudejaarsavond 2020/2021
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen, met een taakstraf van 40 uur als gevolg. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het hoger beroep dat door de verdachte was ingesteld tegen het vonnis van 13 januari 2023. Tijdens de zitting op 27 maart 2024 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vrijspraak voorstelde. Het hof heeft vastgesteld dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte een significante bijdrage heeft geleverd aan de openlijke geweldpleging op oudejaarsavond 2020/2021.
De tenlastelegging betrof geweld tegen goederen, waaronder bomen en lantaarnpalen, gepleegd op of omstreeks 31 december 2020 tot 1 januari 2021. De politierechter had de verdachte veroordeeld, maar het hof heeft het vonnis vernietigd en de verdachte vrijgesproken. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig is bevonden aan het tenlastegelegde handelen. Het hof heeft de kosten van de benadeelde partijen tot aan de datum van de uitspraak op nihil begroot.
De uitspraak van het hof benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte in het strafproces. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en tot de conclusie gekomen dat de verdachte niet schuldig is aan de hem tenlastegelegde feiten.