Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedure in hoger beroep
- mr. Jansen namens [verzoeker] ,
- de curator,
- [verweerster] , vertegenwoordigd door [naam2] (maatschappelijk werkster),
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
verwaarlozing in de thuissituatie bij een reeds bestaande complexe thuissituatie (woont samen met autistische zoon die hulpverleners afweert).’ Tijdens die opname is gebleken dat betrokkene een gecompliceerde urineweginfectie had en een doorligwond op haar bil. [naam6] heeft op 17 januari 2023 een ontslagbrief gestuurd aan de huisarts van betrokkene. Uit die brief blijkt dat gedurende de opname van betrokkene in [naam6] , en reeds tijdens de eerdere opname in 2022, is vastgesteld dat betrokkene wilsonbekwaam is als het gaat om de keuze of zij wel of niet naar huis kan, omdat zij de gevolgen van haar keuze niet kan overzien en eenvoudig wordt beïnvloed door de mening van derden. In overleg met de kinderen is betrokkene doorverwezen naar [naam5] . Alleen [verzoeker] was het met die beslissing niet eens. Op 24 februari 2023 heeft [verzoeker] betrokkene opnieuw meegenomen naar huis, waarna de politie haar weer terug heeft gebracht naar het Zonnehuis.
6.De slotsom
7.De beslissing
mr. M. Kemmers, bijgestaan door mr. M. Oevering als griffier, en is op 26 maart 2024 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.