ECLI:NL:GHARL:2024:2130
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Incident ex artikel 351 Rv. Tussenarrest over schorsing van uitvoerbaarheid bij voorraad van dwangsommen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een incident ex artikel 351 Rv. waarbij de appellant, die in hoger beroep is gegaan tegen een vonnis van de rechtbank, verzoekt om schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van een eerdere veroordeling tot het verbeuren van dwangsommen. De rechtbank had op 12 april 2023 geoordeeld dat de appellant binnen acht weken moest voldoen aan de verplichtingen, met een dwangsom van €10.000,- bij niet-nakoming en €1.000,- per dag voor elke dag dat hij in gebreke blijft, tot een maximum van €100.000,-. De appellant stelt dat hij niet in gebreke is gebleven, maar erkent dat hij door een misverstand enkele heesters niet tijdig heeft gesnoeid. De geïntimeerde, die als eiser bij de rechtbank optrad, heeft verweer gevoerd en stelt dat de appellant misbruik maakt van procesrecht door een tweede incidentele vordering in te stellen terwijl er al een eerste incident loopt. Het hof oordeelt dat de belangenafweging in het nadeel van de appellant uitvalt, omdat er al dwangsommen zijn verbeurd en de appellant onvoldoende heeft aangetoond dat hij belang heeft bij de gevorderde schorsing. Het hof wijst de incidentele vordering af en houdt de beslissing over de proceskosten aan tot het eindarrest in de hoofdzaak. De hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevindt.