ECLI:NL:GHARL:2024:2039
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in geweldsincident met onvoldoende bewijs
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld voor het medeplegen van poging tot zware mishandeling, maar heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de zaak onderzocht op de zitting van 6 maart 2024 en heeft de vordering van de advocaat-generaal tot bewezenverklaring van het subsidiair tenlastegelegde afgewezen. De verdachte ontkende betrokkenheid bij het geweldsincident dat op 23 januari 2020 plaatsvond in een bar, waar de aangever door een groep mannen werd aangevallen. Het hof concludeert dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen. De verklaringen van de getuigen waren niet specifiek genoeg en er ontbrak steunbewijs voor de beschuldigingen. Het hof heeft daarom het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Tevens is de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte niet schuldig is bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt.