Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[de betrokkene] (hierna: de betrokkene),
De beslissing van de kantonrechter
Het verloop van de procedure
De beoordeling
De gemachtigde van de betrokkene voert aan dat het bedrag van de sanctie, gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden, verdergaand gematigd dient te worden. De gemachtigde verzoekt de boete te matigen tot nihil of tot € 30,-, zoals gebruikelijk in situaties als deze.
Het hof ziet geen aanleiding om het bedrag van de sanctie verdergaand te matigen dan de kantonrechter heeft gedaan. Naar het oordeel van het hof wijkt de onderhavige zaak af van de door de gemachtigde bedoelde situaties waarin op basis van het door het openbaar ministerie gevoerde beleid de sanctie voor een gedraging als de onderhavige is gematigd tot € 30,-. In die zaken waren de betrokkenen wel in het bezit van een geldige gehandicaptenparkeerkaart en nam het openbaar ministerie het standpunt in dat het sanctiebedrag moest worden gematigd tot € 30,-. Het een noch het ander is hier het geval. De grond faalt. In zoverre kan de beslissing van de kantonrechter worden bevestigd.
Het hof stelt vast dat de officier van justitie geen hoorzitting gehouden heeft. In plaats daarvan heeft de officier van justitie de gemachtigde bij brief van 28 september 2022 verzocht om zijn beroep van nadere gronden te voorzien. Daarbij heeft de officier van justitie opgemerkt dat indien de gemachtigde aan dit verzoek gevolg geeft, deze proceshandeling, indien proceskosten worden toegekend, gelijkgesteld wordt aan het houden van een (telefonische) hoorzitting. De gemachtigde heeft aan het verzoek gevolg gegeven en nadere gronden ingediend. De kantonrechter heeft hiervoor geen aparte vergoeding toegekend.
De kantonrechter heeft overwogen dat in de door de gemachtigde ingediende beroepschriften slechts wordt gewezen op de door de betrokkene zelf aangevoerde omstandigheden en het beroepschrift bij de kantonrechter zeer algemeen is geformuleerd. Volgens de kantonrechter vergde dit de gemachtigde bij de behandeling van de zaak geen reële extra inspanningen en is om die reden de wegingsfactor zeer licht (0,25) toegepast.