In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren voor zijn deelname aan een criminele organisatie en het medeplegen van het uitvoeren van cocaïne en heroïne. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte tussen 31 december 2015 en 13 oktober 2016 betrokken was bij de grootschalige internationale drugshandel, waarbij minstens 955 kilo cocaïne en/of heroïne vanuit Nederland naar een ander land is vervoerd. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot acht jaren gevangenisstraf, maar het hof heeft de straf verlaagd vanwege overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. Het hof heeft de verdediging en de vordering van de advocaten-generaal in overweging genomen, evenals de rol van de verdachte binnen de criminele organisatie. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige strafbare feiten die een negatieve impact hebben op de volksgezondheid en de maatschappij. Het hof heeft de voorlopige hechtenis opgeheven en de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering gebracht op de opgelegde straf. De uitspraak is gedaan in het openbaar, met inachtneming van de wettelijke voorschriften.