Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: [verzoekster] ,
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.De motivering van de beslissing
3. Zo ja, in welke mate?
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake het bewind van [verzoekster], die in 2023 is overleden. Het hof verwijst naar eerdere tussenbeschikkingen en het verloop van het geding tot 26 oktober 2023. Na het overlijden van [verzoekster] heeft de bewindvoerder aangegeven dat de procedure niet hoeft te worden voortgezet, wat het hof heeft bevestigd. De belanghebbenden, waaronder [naam1], [verweerster1] en [verweerster2], hebben verschillende standpunten ingenomen over de gevolgen van het overlijden voor de lopende procedure en de rechtsgeldigheid van een testament dat door [verzoekster] na de onderbewindstelling is gewijzigd. Het hof heeft geoordeeld dat het bewind van rechtswege is geëindigd door de dood van [verzoekster], en dat er geen belang meer is bij de beantwoording van de vraag of de gronden voor het instellen van bewind aanwezig waren. Het hof heeft ook de kosten van de deskundige, die zijn gemaakt in het kader van het onderzoek naar de geestelijke gesteldheid van [verzoekster], ten laste van de nalatenschap van [verzoekster] gesteld. De proceskosten zijn gecompenseerd, en de beschikking van de kantonrechter is bekrachtigd.