In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 4 mei 2023. De rechtbank had de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met een jaar verlengd en het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege afgewezen. Het hof heeft de zaak behandeld en gehoord de advocaat-generaal, mr. V. Smink, en de raadsvrouw van de terbeschikkinggestelde, mr. D.N.A. Brouns. Het hof heeft geconstateerd dat het gevaar voor de veiligheid van anderen tot een aanvaardbaar niveau is teruggebracht, waardoor de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege verantwoord is. De terbeschikkinggestelde heeft positieve ontwikkelingen doorgemaakt en er is een positief advies van de reclassering. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, met voorwaarden voor de terbeschikkinggestelde, waaronder het melden bij de reclassering en het niet gebruiken van verdovende middelen of alcohol. De reclassering is belast met het toezicht op de naleving van deze voorwaarden.