Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om de verdeling van de huwelijksgemeenschap en de vaststelling van partneralimentatie na een echtscheiding. Partijen, een man en een vrouw, zijn in 1983 gehuwd in gemeenschap van goederen. De man heeft op 23 juni 2022 een verzoek tot echtscheiding ingediend, waarna het huwelijk in 2023 is ontbonden. De rechtbank Gelderland heeft in eerste aanleg bepaald dat de man € 1.915,- per maand aan partneralimentatie aan de vrouw moet betalen en heeft de wijze van verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap vastgesteld. De man is in hoger beroep gegaan met vier grieven, onder andere gericht op de hoogte van de partneralimentatie en de verdeling van de nalatenschap van zijn moeder. De vrouw heeft in incidenteel hoger beroep drie grieven ingediend, onder andere met betrekking tot de partneralimentatie en de verdeling van de inboedel.
Tijdens de mondelinge behandeling op 17 november 2023 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De man heeft gezondheidsklachten aangevoerd die zijn draagkracht zouden beïnvloeden, maar het hof oordeelt dat deze klachten niet zonder meer het grote inkomensverlies verklaren. Het hof heeft vastgesteld dat de man niet in staat is om het oorspronkelijke inkomen te verwerven, maar dat de door hem opgevoerde gezondheidsklachten niet voldoende onderbouwd zijn. De vrouw heeft een nieuwe baan en haar behoeftigheid is niet ter discussie gesteld.
Het hof heeft de bestreden beschikking gedeeltelijk vernietigd en de partneralimentatie bevestigd, maar ook bepaald dat de man aan de vrouw moet betalen voor de waarde van zijn erfdeel in de nalatenschap van zijn moeder en voor de kosten van een recherchebureau. De verdeling van de inboedel is ook aan de orde gekomen, waarbij het hof heeft geoordeeld dat de man € 7.500,- aan de vrouw moet betalen wegens overbedeling. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, gezien de omstandigheden van de zaak.