Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Stichting Samen Veilig Midden-Nederland,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is op 15 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van het gezag en de zorgregeling van drie minderjarige kinderen na de echtscheiding van de ouders. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had verzocht om het gezamenlijk gezag om te zetten naar eenhoofdig gezag, terwijl de vader, verweerder, zich hiertegen verzet en verzocht om de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek. De rechtbank Midden-Nederland had eerder de verzoeken van de moeder afgewezen en de zorgregeling vastgesteld. Het hof heeft de procedure in hoger beroep gevolgd, waarbij onder andere de mening van de kinderen en de betrokkenheid van de gecertificeerde instelling (GI) zijn meegenomen. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 januari 2024 waren beide ouders, hun advocaten, en vertegenwoordigers van de GI en de raad voor de kinderbescherming aanwezig. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden, maar heeft geoordeeld dat het gezamenlijk gezag in het belang van de kinderen moet blijven bestaan. De moeder werd niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot wijziging van de zorgregeling, en de beschikking van de rechtbank werd bekrachtigd. De proceskosten in hoger beroep werden gecompenseerd, gezien de status van de partijen als gewezen echtgenoten.