Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
4.De beslissing
D. Stoutjesdijk en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2024.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, die op 28 juni 2023 is uitgesproken. De appeldagvaarding is op 18 september 2023 uitgebracht, maar BAM heeft verzocht om [appellante] niet-ontvankelijk te verklaren in haar hoger beroep, omdat de zaak ten onrechte met een dagvaarding is ingeleid. [appellante] heeft daarop op 18 december 2023 een beroepschrift ingediend met gronden. Het hof heeft geoordeeld dat de procedure voortgezet kan worden als verzoekschriftprocedure op basis van artikel 69 Rv, dat de mogelijkheid biedt om een verkeerde procesinleiding te corrigeren zonder fatale gevolgen. Het hof heeft vastgesteld dat er geen sprake is van misbruik van procesrecht en dat de advocaat van [appellante] per abuis de verkeerde procesinleiding heeft gekozen. Het hof heeft BAM de gelegenheid gegeven om een verweerschrift in te dienen en heeft [appellante] veroordeeld in de proceskosten van het incident, welke aan de zijde van BAM op nihil zijn begroot. De beslissing is op 13 februari 2024 openbaar uitgesproken.