Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
Vrijspraak
‘Ik was in het hotel met [getuige 2] en [naam 1] . Ik hoorde dat [getuige 2] zei: ‘Hey, een tank’. Ik zag ‘m niet. Ik zag wel een aantal jongens staan. Zij stonden tegenover het hotel. Ik zag dat ze hun vingers in hun oren deden. Ik zag de auto met de tank aankomen. Toen ik de auto met de tank zag plofte hij ook al’. [getuige 2] heeft verklaard:
‘Ik was aanwezig in het hotel. Ik zag beweging op straat. Ik zag een auto met een giertank. Ik zag een aantal jongens staan, een stuk of zes à zeven schat ik. Deze jongens stonden tegenover het hotel aan de andere kant van de weg. Ik zag dat ze ‘al klaar’ stonden. Ik zag dat ze hun handen tegen hun oren hielden. Er stonden ook jongens te filmen. Ik zag dat de auto met giertank vanaf de brug kwam rijden. De knal kwam al heel snel’.