ECLI:NL:GHARL:2023:9947

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
23 november 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
200.322.741
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van bewind over goederen van verzoeker na positieve ontwikkeling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opheffing van het bewind over de goederen van verzoeker, geboren in 1967. Het bewind was ingesteld op 4 september 2018 door de kantonrechter van de rechtbank Gelderland, vanwege de geestelijke of lichamelijke toestand van verzoeker. Verzoeker heeft op 11 februari 2023 een beroepschrift ingediend om het bewind op te heffen, na een periode van positieve ontwikkeling in zijn leven. De bewindvoerder heeft in een brief van 26 oktober 2023 aangegeven geen verweer meer te voeren tegen de opheffing van het bewind, wat de basis vormde voor de beslissing van het hof.

Tijdens de mondelinge behandeling op 27 oktober 2023 was verzoeker aanwezig, samen met zijn advocaat, terwijl de bewindvoerder afwezig was. Het hof heeft vastgesteld dat verzoeker de afgelopen jaren hard aan zichzelf heeft gewerkt en nu beter in staat is om hulp te vragen indien nodig. Gezien het feit dat de bewindvoerder geen verweer meer voert, heeft het hof besloten het verzoek van verzoeker toe te wijzen en het bewind op te heffen per 23 november 2023. De beschikking van de kantonrechter van 7 december 2022, die het verzoek om opheffing van het bewind had afgewezen, is vernietigd. Verzoeker heeft zijn dank uitgesproken aan de bewindvoerder voor de ondersteuning die hij heeft ontvangen gedurende de bewindvoering.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.322.741
(zaaknummer rechtbank Gelderland 9704810 BM VERZ 22-1095)
beschikking van 23 november 2023
in de zaak van
[verzoeker],
die woont in [woonplaats1] ,
verzoeker in hoger beroep,
verder te noemen: [verzoeker] ,
advocaat: mr. E.D.B. Groeneweg in Utrecht,
en
[verweerder] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
verweerder in hoger beroep,
verder te noemen: de bewindvoerder.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Gelderland, locatie Zutphen) van 7 december 2022, uitgesproken onder zaaknummer 9704810 BM VERZ 22-1095 (verder te noemen: de bestreden beschikking).

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het beroepschrift, binnengekomen op 11 februari 2023;
  • het verweerschrift;
  • een brief van [verzoeker] van 9 oktober 2023 met bijlagen;
  • een brief van de bewindvoerder van 26 oktober 2023.
2.2
De mondelinge behandeling was op 27 oktober 2023. [verzoeker] en zijn advocaat waren aanwezig. De bewindvoerder had vooraf gemeld niet aanwezig te kunnen zijn.

3.De feiten

3.1
De (toekomstige) goederen van [verzoeker] zijn onder bewind gesteld in de beschikking van de kantonrechter van 4 september 2018. De grondslag van het bewind is de geestelijke of lichamelijke toestand van [verzoeker] .
3.2
[verzoeker] heeft bij de kantonrechter verzocht om opheffing van het bewind.

4.De omvang van het geschil

4.1
In de bestreden beschikking heeft de kantonrechter het verzoek van [verzoeker] om het bewind op te heffen, afgewezen.
4.2
[verzoeker] komt met drie grieven in hoger beroep. Alle grieven zien op de opheffing van het bewind. [verzoeker] verzoekt het hof om de bestreden beschikking te vernietigen en het bewind op te heffen.

5.De motivering van de beslissing

5.1
De kantonrechter kan het bewind opheffen als de noodzaak voor het bewind niet meer bestaat of het bewind niet zinvol is gebleken (artikel 1:449 lid 2 BW).
5.2
De bewindvoerder heeft het hof geïnformeerd over de huidige stand van zaken in de brief van 26 oktober 2023. De bewindvoerder schrijft dat [verzoeker] er op financieel gebied een stuk beter voorstaat dan een jaar geleden. [verzoeker] heeft het afgelopen jaar hard aan zichzelf gewerkt en een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Hij is nu ook beter in staat om hulp en ondersteuning te vragen binnen zijn netwerk, als dat nodig is. De bewindvoerder schrijft dat hij op dit moment geen verweer meer voert tegen het verzoek van [verzoeker] om het bewind op te heffen.
5.3
Omdat de bewindvoerder geen verweer voert, wijst het hof het verzoek van [verzoeker] toe. [verzoeker] heeft tijdens de mondelinge behandeling verteld dat hij het goed vindt als het bewind wordt opgeheven vanaf de datum van deze beschikking. Het hof hoeft dus geen beslissing te nemen over het bewind tijdens de periode tussen de bestreden beschikking en deze beschikking. Dit betekent dat het hof de bestreden beschikking bekrachtigt tot zo ver en het bewind opheft per 23 november 2023.
5.4
[verzoeker] heeft tijdens de zitting verteld dat de bewindvoerder hem de afgelopen jaren goed heeft geholpen. Daar is [verzoeker] de bewindvoerder dankbaar voor.

6.De beslissing

Het hof:
vernietigt de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Gelderland, locatie Zutphen) van 7 december 2022;
heft het bewind over de (toekomstige) goederen van [verzoeker] , geboren [in] 1967, op met ingang van 23 november 2023.
Deze beschikking is gegeven door mrs. S. Kuijpers, M.H.F. van Vugt en K.A.M. van Os-ten Have, bijgestaan door mr. L.M. de Wit als griffier en is op 23 november 2023 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.