In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opheffing van het bewind over de goederen van verzoeker, geboren in 1967. Het bewind was ingesteld op 4 september 2018 door de kantonrechter van de rechtbank Gelderland, vanwege de geestelijke of lichamelijke toestand van verzoeker. Verzoeker heeft op 11 februari 2023 een beroepschrift ingediend om het bewind op te heffen, na een periode van positieve ontwikkeling in zijn leven. De bewindvoerder heeft in een brief van 26 oktober 2023 aangegeven geen verweer meer te voeren tegen de opheffing van het bewind, wat de basis vormde voor de beslissing van het hof.
Tijdens de mondelinge behandeling op 27 oktober 2023 was verzoeker aanwezig, samen met zijn advocaat, terwijl de bewindvoerder afwezig was. Het hof heeft vastgesteld dat verzoeker de afgelopen jaren hard aan zichzelf heeft gewerkt en nu beter in staat is om hulp te vragen indien nodig. Gezien het feit dat de bewindvoerder geen verweer meer voert, heeft het hof besloten het verzoek van verzoeker toe te wijzen en het bewind op te heffen per 23 november 2023. De beschikking van de kantonrechter van 7 december 2022, die het verzoek om opheffing van het bewind had afgewezen, is vernietigd. Verzoeker heeft zijn dank uitgesproken aan de bewindvoerder voor de ondersteuning die hij heeft ontvangen gedurende de bewindvoering.