Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 12 juni 2019 te [plaats 1] door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten het
hij op of omstreeks 27 oktober 2020 te [plaats 2] , door geweld of (een)andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde] meermalen, althans eenmaal, heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde] , immers heeft hij, verdachte (meermalen)
hij op of omstreeks 27 oktober 2020 te [plaats 2] , met [benadeelde] , geboren op 26 juni 2006, die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte,
hij op of omstreeks 27 oktober 2020 te [plaats 2] , met [benadeelde] , geboren op 26 juni 2006, geboren op 10 augustus 2011, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande (meermalen, althans éénmaal telkens) in het ontuchtig
Overwegingen met betrekking tot het bewijs van het onder 1 tenlastegelegde
de auditu-verklaring levert op zichzelf niet voldoende steunbewijs op. Wel kunnen bepaalde waarnemingen die de
de auditu-getuige persoonlijk heeft gedaan voldoende steunbewijs opleveren. Ook kunnen eigen waarnemingen van getuigen, die weliswaar niet het kernverwijt, bijvoorbeeld de verweten seksuele handelingen, bevestigen, binnen de context van de gebeurtenissen voldoende zelfstandig onderscheidend zijn om als objectief gegeven in combinatie met andere omstandigheden een rol van betekenis te kunnen spelen als steunbewijs naast de verklaring van het slachtoffer. Niet is vereist dat het steunbewijs betrekking dient te hebben op de ten laste gelegde gedragingen. Eveneens is niet vereist dat het steunbewijs rechtstreeks de betrokkenheid van de verdachte bij het ten laste gelegde feit bevestigt.
Overweging ten aanzien van het onder 1 en 2 tenlastegelegde
Bewezenverklaring
hij op 12 juni 2019 te [plaats 1] door geweld en andere feitelijkheden, te weten het
hij op 27 oktober 2020 te [plaats 2] door geweld en andere feitelijkheden [benadeelde] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde] , immers heeft hij, verdachte
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
verkrachting.
verkrachting.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
40 (veertig) maanden.
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.