ECLI:NL:GHARL:2023:9664

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 november 2023
Publicatiedatum
15 november 2023
Zaaknummer
P23/281
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren en beperking tot één jaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland van 16 juni 2023, die de terbeschikkingstelling (tbs) van de terbeschikkinggestelde met twee jaren had verlengd. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd. De terbeschikkinggestelde, die sinds september 2021 stabiel functioneert in een instelling voor beschermd wonen, heeft betoogd dat de verlenging van de tbs tot twee jaren onterecht is en dat er voldoende redenen zijn om deze te beperken tot één jaar. Het hof heeft in zijn overwegingen het belang van de veiligheid van anderen en de voortgang van het resocialisatietraject van de terbeschikkinggestelde meegewogen. Het hof oordeelt dat er een rechterlijke beoordeling van de voortgang van het resocialisatietraject eerder moet plaatsvinden dan na twee jaren, en dat de reclassering een onderzoek moet verrichten naar de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. De beslissing van het hof is genomen na het horen van de advocaat-generaal en de raadsman van de terbeschikkinggestelde, waarbij de argumenten van beide partijen zijn afgewogen.

Uitspraak

TBS P23/281
Beslissing van 9 november 2023
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [plaats] op [datum] ,
verblijvende bij [instelling voor beschermd wonen] , onder verantwoordelijkheid van [zorginstelling] ,
verder te noemen: de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 16 juni 2023. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
– het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
– de beslissing waarvan beroep;
– de akte van 28 juni 2023 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
– de aanvullende informatie van [zorginstelling] van 10 oktober 2023;
– de wettelijke aantekeningen over de periode van week 52 van 2022 tot en met week 26 van 2023.
Het hof heeft ter zitting van 26 oktober 2023 gehoord de advocaat-generaal, mr. L.H.J. Vijlbrief-Smit, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, mr. N.A. Heidanus, advocaat te Groningen.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De raadsman heeft bepleit dat het hof de duur van de verlenging van de terbeschikkingstelling zal beperken tot een jaar. De terbeschikkinggestelde heeft op een aantal punten een andere visie dan de kliniek. Het is voor hem moeilijk te aanvaarden dat de kliniek niet wil erkennen dat hij is veranderd en tot andere inzichten is gekomen. In het verlengde daarvan is het voor hem frustrerend dat de kliniek hem weinig vertrouwen geeft, terwijl hij zijn best doet een betere weg in te slaan. De terbeschikkingstelling duurt al lang, wat problematisch is in het licht van het beginsel van proportionaliteit. Er hebben zich al een geruime tijd geen incidenten meer voorgedaan. Met het oog op het beginsel van subsidiariteit is het positief dat de kliniek onderkent dat nog vervolgstappen moeten worden gezet, maar van een onderzoek naar een passend vervolg is nog geen sprake geweest. De terbeschikkinggestelde wenst dat het hof wel kijkt naar mogelijke vervolgstappen.
De terbeschikkinggestelde functioneert in [instelling voor beschermd wonen] al lange tijd goed. Hij zoekt wel eens de grenzen op maar dat is ook wel te begrijpen gelet op de repressieve houding van [zorginstelling] . Tegelijkertijd is de terbeschikkinggestelde wel blij met de zorg die hij krijgt, dus zijn mening over de invulling van de terbeschikkingstelling is ambivalent. Hoewel hij zich thuis voelt in [instelling voor beschermd wonen] , wil hij stappen vooruit zetten. Zijn zus biedt ondersteuning. De terbeschikkinggestelde stelt zich coöperatief op, onder meer door zijn aanvaarding en daadwerkelijke gebruik van libidoremmende medicatie. Van zucht naar alcohol is al vele jaren geen sprake meer.
De terbeschikkinggestelde herkent zich niet in de stelling van de kliniek dat nog steeds sprake is van een gerichtheid op kinderen. Door de kliniek wordt ook niet feitelijk onderbouwd wat dit gedrag dan precies inhoudt en hoe vaak het voorkomt. Het is tijd om stappen te zetten in de richting van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Concluderend is er voldoende reden om de duur van de verlenging van de terbeschikkingstelling te beperken tot een jaar.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De rechtbank heeft terecht beslist tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren. Die beslissing sluit aan bij het advies van [zorginstelling] . Er is bij de terbeschikkinggestelde nog steeds sprake van stoornissen en het herhalingsgevaar bij het wegvallen van de terbeschikkingstelling wordt ingeschat als hoog. De terbeschikkinggestelde zal blijvend afhankelijk zijn van toezicht en begeleiding. Volgens [zorginstelling] zal de terbeschikkinggestelde minimaal twee jaren stabiel moeten functioneren in [instelling voor beschermd wonen] voordat hij in aanmerking komt voor proefverlof. Ook is gebleken dat de inzet van libidoremmende medicatie geen effect heeft op het recidiverisico. Verder is er volgens [zorginstelling] nog sprake van een gerichtheid op kinderen en is geen sprake van probleembesef of probleeminzicht. De wens van de terbeschikkinggestelde tot uitbreiding van zijn vrijheden is begrijpelijk, maar daartegenover staan de ernst van de indexdelicten en het gevaar voor herhaling van strafbare feiten. Die laatste punten spelen ook mee bij de beoordeling of een volgende verlenging van de maatregel in overeenstemming is met het beginsel van proportionaliteit. Een minder ingrijpend alternatief voor het huidige kader is nog niet in beeld, dus ook het beginsel van subsidiariteit verzet zich niet tegen de verlenging van de terbeschikkingstelling. Ten slotte valt niet te verwachten dat een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege aan de orde zal zijn binnen de termijn die zou resteren bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar.
Het oordeel van het hof
Vernietiging van de beslissing van de rechtbank
Het hof vernietigt de beslissing van de rechtbank, omdat het hof tot een ander oordeel komt over de duur van de verlenging van de terbeschikkingstelling.
Indexdelict
De terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is opgelegd bij vonnis van de rechtbank Arnhem van 4 mei 2007. De maatregel is opgelegd voor – kort gezegd – ontucht met iemand die jonger is dan zestien jaren en het vervaardigen en in het bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. De terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, waardoor de terbeschikkingstelling niet in duur is beperkt.
Stoornis en recidivegevaar
Het verlengingsadvies van [zorginstelling] van 27 maart 2023 houdt in dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een aantal stoornissen, namelijk pedofilie, een persoonlijkheidsstoornis (met antisociale, narcistische en borderline kenmerken) en een lichte verstandelijke beperking. De verslavingsproblematiek van de terbeschikkinggestelde is in langdurige remissie.
De aanvullende informatie van [zorginstelling] van 10 oktober 2023 houdt in dat het recidiverisico bij beëindiging van de terbeschikkingstelling (althans bij een terugkeer in de maatschappij zonder externe structuur, begeleiding en controle) wordt ingeschat als hoog.
Verlenging van de terbeschikkingstelling
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
Duur van de verlenging
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
In dit geval is het hof van oordeel dat er voldoende reden is om de duur van de verlenging van de terbeschikkingstelling te beperken tot een jaar. Het verlengingsadvies van [zorginstelling] van 27 maart 2023 houdt onder het kopje ‘Koers en prognose’ in dat de terbeschikkinggestelde minimaal twee jaren stabiel moet functioneren in [instelling voor beschermd wonen] alvorens ingezet kan worden op proefverlof en vervolgens op de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Uit het dossier leidt het hof af dat de terbeschikkinggestelde sinds zijn terugplaatsing in [instelling voor beschermd wonen] in september 2021 daar stabiel heeft gefunctioneerd. Tegen deze achtergrond is het hof van oordeel dat er voldoende reden is om de duur van de verlenging van de terbeschikkingstelling te beperken tot een jaar, zodat op een kortere termijn dan na twee jaren in het kader van de volgende verlengingsprocedure een rechterlijke beoordeling plaatsvindt van de voortgang van het resocialisatietraject. Daarbij achter het hof het wenselijk dat, indien de terbeschikkinggestelde stabiel blijft functioneren, met het oog op die volgende verlengingsprocedure door de reclassering een onderzoek wordt verricht naar de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 16 juni 2023 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde, [terbeschikkinggestelde] .
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar. Aldus gedaan door
mr. W.A. Holland, voorzitter,
mr. M. Keppels en mr. J. Steenbrink, raadsheren,
dr. W.J. Canton en dr. K.J. de Wijs-Heijlaerts, raden,
in tegenwoordigheid van mr. D. van der Geld, griffier,
en op 9 november 2023 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.