Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- het exploot van 11 april 2023 met daarbij de dagvaarding in hoger beroep van 14 december 2022;
- de brief van mr. Seijbel van 25 september 2023.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, dat op 16 november 2022 is uitgesproken. Het vonnis hield in dat [appellant] moest gedogen dat zijn verhuurder, Woningstichting De Goede Woning, werkzaamheden in zijn huurwoning uitvoerde. [appellant] heeft op 14 december 2022 een dagvaarding in hoger beroep uitgebracht, maar deze is op 28 maart 2023 ingetrokken. Op 11 april 2023 heeft [appellant] een nieuw exploot aan De Goede Woning doen uitbrengen, waarin hij opnieuw werd gedagvaard. De Goede Woning heeft echter aangevoerd dat deze dagvaarding buiten de appeltermijn was, omdat de eerdere dagvaarding was ingetrokken.
Het hof heeft [appellant] in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de ontvankelijkheid van het hoger beroep, maar op de aangewezen roldatum heeft hij dit nagelaten. Het hof heeft vervolgens arrest bepaald op basis van het griffiedossier. Het hof oordeelt dat de dagvaarding van 11 april 2023 niet kan worden aangemerkt als een herstelexploot, omdat de eerdere dagvaarding tijdig was ingediend maar later was ingetrokken. Hierdoor was het geding niet meer aanhangig en was de termijn voor het instellen van hoger beroep verstreken. Het hof verklaart [appellant] niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep en veroordeelt hem in de proceskosten.