Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de omgangsregeling tussen een moeder en haar uit huis geplaatste kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J. Dekker, had in hoger beroep drie grieven ingediend tegen de beschikking van de rechtbank Gelderland van 3 maart 2023, waarin haar verzoek om een omgangsregeling met haar kinderen werd afgewezen. De rechtbank had de moeder niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek met betrekking tot de oudste dochter en had een voorlopige omgangsregeling vastgesteld voor de jongste dochter. Het hof heeft de feiten en het verloop van de procedure in eerste aanleg in acht genomen, evenals de standpunten van de betrokken partijen, waaronder de GI en de raad voor de kinderbescherming.
Het hof oordeelde dat er sinds de eerdere beschikking van 14 april 2022 gewijzigde omstandigheden zijn, die een herbeoordeling van de omgangsregeling rechtvaardigen. De moeder heeft positieve ontwikkelingen doorgemaakt in haar hulpverlening en de kinderen hebben aangegeven nieuwsgierig te zijn naar contact met hun moeder. Het hof heeft besloten dat er een minimale omgangsregeling moet komen, waarbij de moeder eens in de drie maanden een kaartje stuurt naar elk van de kinderen. Het hof laat het aan de GI over om, in overleg met de betrokken hulpverleners, tot een stapsgewijze uitbreiding van de omgang te komen. De bestreden beschikking van de rechtbank is vernietigd voor zover deze betrekking had op de omgangsregeling met de kinderen.