Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had eerder de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland aangevochten, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing was verlengd. De moeder heeft het gezag over de kinderen en is van mening dat de verlenging van de machtiging voor [de minderjarige2] onterecht is, omdat hij geen fysiek letsel heeft en veilig aan haar gehecht is. De GI, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, verzet zich tegen het verzoek van de moeder en vraagt het hof om haar niet-ontvankelijk te verklaren of haar verzoek af te wijzen.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. De minderjarigen zijn sinds 23 augustus 2022 onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst. De kinderrechter had eerder een machtiging tot uithuisplaatsing verleend, die op 17 november 2022 was goedgekeurd. De moeder heeft in hoger beroep één grief ingediend, gericht op de verlenging van de machtiging voor [de minderjarige2]. Het hof heeft vastgesteld dat de wettelijke criteria voor de verlenging van de machtiging zijn voldaan, mede gezien de onduidelijkheid rondom de strafzaak tegen de moeder, waarin zij wordt verdacht van zware mishandeling van [de minderjarige1].
Het hof heeft geconcludeerd dat er nog veel onduidelijkheid bestaat over de opvoedvaardigheden van de moeder en de impact van de situatie op de minderjarigen. De moeder heeft hulpverlening nodig en er zijn zorgen over het gedrag van [de minderjarige2]. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige2] is bevestigd. De beslissing is genomen in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarigen.