Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift, binnengekomen op 18 mei 2023;
- het verweerschrift met bijlage;
- de brief van de gecertificeerde instelling Stichting Samen Veilig Midden-Nederland, van 24 juli 2023, met bijlage.
- de vader met zijn advocaat;
- de moeder met haar advocaat; zij werd bijgestaan door de heer [naam1] , tolk in de Turkse taal.
- een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming (verder te noemen: de raad).
3.De feiten
- [de minderjarige1] , die is geboren [in] 2007;
- [de minderjarige2] , die is geboren [in] 2015.
4.De omvang van het geschil
- de beschikking van 9 april 2019 en het daaraan gehechte ouderschapsplan van 11 maart 2019 gewijzigd;
- bepaald dat [de minderjarige1] zijn hoofdverblijfplaats bij de vader heeft;
- bepaald dat [de minderjarige2] haar hoofdverblijfplaats bij de moeder heeft;
- een zorgregeling vastgesteld voor [de minderjarige2] ;
- de volgende zorgregeling vastgesteld voor [de minderjarige1] :
primairom de vader niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep en
subsidiairom het verzoek van de vader af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen en om de vader te veroordelen in de kosten van de procedure.