Uitspraak
7 november 2023
De procedure
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Op 7 november 2023 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. E.C.C.M. Kemmeren, raadsheer-plaatsvervanger. Dit verzoek werd ingediend in het kader van twee aanhangige belastingzaken, genummerd BK-ARN 23/714 en 23/715. Verzoeker heeft aangevoerd dat hij zich niet vrij voelt om de zaken te behandelen, omdat hij een aanstelling heeft als hoogleraar aan een organisatie waar ook de vertegenwoordiger van de inspecteur werkzaam is. Beide partijen hebben jarenlang samengewerkt aan gezamenlijke projecten, wat volgens verzoeker zijn onpartijdigheid in gevaar brengt.
De kamer voor de behandeling van wrakings- en verschoningsverzoeken heeft overwogen dat, op basis van artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht, rechters zich kunnen verschonen indien hun onpartijdigheid in het geding is. De kamer heeft vastgesteld dat de vertegenwoordiger van de inspecteur behoort tot de zakelijke kennissenkring van verzoeker, wat een gerechtvaardigde grond voor het verschoningsverzoek oplevert. De kamer heeft geconcludeerd dat er geen noodzaak is voor een mondelinge behandeling van het verzoek en heeft het verzoek tot verschoning toegewezen.
De beslissing houdt in dat de procedure in de bodemzaak wordt voortgezet door een andere kamer van het Hof, waarin mr. E.C.C.M. Kemmeren geen deel uitmaakt. Dit besluit is openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 7 november 2023, en een afschrift is verzonden naar de betrokken partijen.