Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedure in hoger beroep
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
a. een toedeling aan ieder der ouders van de zorg- en opvoedingstaken;
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de hoofdverblijfplaats van twee minderjarige kinderen na de echtscheiding van hun ouders. De vader, verzoeker in hoger beroep, verzocht om de hoofdverblijfplaats van de oudste dochter, [de minderjarige1], te wijzigen naar hem, terwijl de moeder, verweerster, de huidige regeling wilde handhaven. Het hof heeft de bestendige wens van [de minderjarige1] om bij haar vader te wonen, alsmede het grote leeftijdsverschil tussen de kinderen, meegewogen in zijn beslissing. De ouders hebben gezamenlijk het gezag over de kinderen, [de minderjarige1] (geboren in 2009) en [de minderjarige2] (geboren in 2018). Het hof heeft vastgesteld dat de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige1] bij de vader zal zijn, terwijl de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige2] bij de moeder blijft. De wijziging van de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige1] moet uiterlijk op 22 december 2023 zijn geëffectueerd, zodat zij na de kerstvakantie kan starten op haar nieuwe school. De zorg- en opvoedingstaken zijn zodanig verdeeld dat de kinderen om de veertien dagen een weekend bij de andere ouder verblijven, met een regeling voor het halen en brengen van de kinderen. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, aangezien de partijen ex-echtgenoten zijn.