Uitspraak
[verzoeker],
wonende te [woonplaats1] ,
verzoeker in hoger beroep,
1.[verweerder1] ,hierna: [verweerder1] ,wonende te [woonplaats2] ,advocaat: mr. L. Beij, die kantoor houdt te Utrecht,2. [verweerster2] ,hierna: [verweerster2] ,wonende te [woonplaats1] ,advocaat: mr. L. Beij, die kantoor houdt te Utrecht,3. de naamloze vennootschap VvAA Schadeverzekeringen N.V.,
VvAA,
gevestigd te Utrecht,
4.
[verweerder4],
[verweerder4],
woonplaats kiezend te [woonplaats1] ,
advocaat: mr. M. van Gool, kantoorhoudend te Utrecht,
5. de heer
[verweerder5],
hierna:
[verweerder5],
woonplaats kiezend te [woonplaats1] ,
advocaat: mr. M. van Gool te Utrecht,
6. de heer
[verweerder6],
hierna:
[verweerder6],
woonplaats kiezend te [woonplaats1] ,
advocaat: mr. M. van Gool te Utrecht,
7. De stichting
Stichting Wilhelmina Ziekenhuis Assen,
hierna:
het ziekenhuis,
gevestigd te Assen,
advocaat: mr. M. van Gool te Utrecht,
8. de onderlinge waarborgmaatschappij
onderlinge waarborgmaatschappij voor Instellingen in de gezondheidszorg MediRisk B.A.,
MediRisk,
gevestigd te Utrecht,
bij de rechtbank: verweerders
hierna gezamenlijk te noemen:
[verweerders]
1.De procedure bij de rechtbank
2.De procedure bij het hof
3.Waar gaat het in deze zaak om
4.De relevante feiten
[naam2] , internist [verweerder5] , de radiologen [verweerder6] en [naam3] en SEH-arts, [naam4] .
4.5 Na telefonisch overleg met de dienstdoende longarts van het UMCG is besloten
5.De bespreking van het geschil tussen partijenDe partijen bij het hof
Zij heeft echter aangegeven niet bereid te zijn een benoeming tot deskundige te aanvaarden, omdat zij de betrokken huisartsen te goed kent. Op advies van prof. [naam10] heeft het hof een mogelijke andere deskundige benaderd en via die deskundige weer anderen. Zij waren geen van allen bereid om als deskundige op te treden. Partijen zelf hebben ook nog pogingen ondernomen om overeenstemming te bereiken over een andere deskundige. Dat heeft ook niet tot resultaat geleid.
5.9 Vervolgens heeft de advocaat van [verzoeker] zich onttrokken. Er heeft zich nog steeds geen nieuwe advocaat voor hem bij het hof gemeld (‘gesteld’). Het gevolg daarvan is dat [verzoeker] geen proceshandelingen kan verrichten. Concreet betekent dit dat hij niet in staat is zich uit te laten over de huidige stand van zaken met betrekking tot de benoeming van een deskundige huisartsgeneeskunde. Een dergelijke uitlating is echter wel noodzakelijk voordat het hof tot benoeming van een dergelijke deskundige of het afzien daarvan kan besluiten. Te voorzien is daarnaast dat, indien en zodra deskundigen benoemd zijn, verdere proceshandelingen noodzakelijk zijn, zoals het contact van [verzoeker] met de deskundigen en met het hof over de voortgang van het onderzoek, over de kosten van het onderzoek, over de noodzaak van een mondelinge of schriftelijke toelichting of aanvulling (vgl. artikel 205 lid 1 in combinatie met artikel 194 lid 5 Rv), etc. Bij gebreke van advocaat is te voorzien dat [verzoeker] ook deze verdere proceshandelingen niet zal kunnen verrichten.