In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de omgangsregeling tussen een vader en zijn dochter. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.H.J. Strak, had eerder een verzoek ingediend voor een omgangsregeling, dat door de rechtbank Gelderland was afgewezen. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.R. Wijnakker, had haar woonplaats geheim gehouden. Het hof verwijst naar eerdere beschikkingen en rapporten van de raad voor de kinderbescherming, die betrokken was bij het onderzoek naar de omgangsregeling. De moeder en vader hebben in de afgelopen periode contact gehad, maar de moeder heeft aangegeven dat dit te snel ging en dat zij rust wilde. Beide ouders zijn het erover eens dat er begeleide omgang moet zijn, maar zijn het niet eens over de frequentie en de wijze van opbouw van deze omgang. De raad adviseerde aanvankelijk om de vader omgang te ontzeggen, maar heeft zijn advies aangepast en stelt nu voor dat de vader minimaal een uur per maand omgang heeft met de dochter, begeleid door een instantie. Het hof heeft dit advies overgenomen en bepaald dat de vader recht heeft op deze omgang, met de verwachting dat de moeder binnen een week contact legt met hulpverlenende instanties. De vader kan in de toekomst opnieuw verzoeken om onbegeleide omgang, afhankelijk van de resultaten van de begeleide omgang.