ECLI:NL:GHARL:2023:9327
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Omgangsverzoek van tante met neefje en nichtje; beoordeling van 'family life' en omgangsrecht
In deze zaak verzoekt een tante omgang met haar neefje en nichtje op basis van artikel 1:377a lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De vader van de kinderen, die het eenhoofdig ouderlijk gezag heeft, verzet zich tegen dit verzoek en stelt dat er geen sprake is van 'family life' zoals bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De procedure in eerste aanleg vond plaats bij de rechtbank Overijssel, waar eerder een omgangsregeling was vastgesteld. De tante is in hoger beroep gegaan tegen deze beschikking, waarin een beperkte omgangsregeling was vastgesteld.
Tijdens de mondelinge behandeling op 12 oktober 2023 zijn zowel de tante als de vader verschenen, bijgestaan door hun advocaten. De zaak heeft een internationaal karakter, aangezien de vader de Togolese nationaliteit heeft. Het hof heeft ambtshalve onderzoek gedaan naar de rechtsmacht van de Nederlandse rechter en vastgesteld dat deze rechtsmacht heeft op basis van de Verordening Brussel II-bis.
Het hof overweegt dat, hoewel er contact is geweest tussen de tante en de kinderen, dit niet voldoende is om te concluderen dat er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking die recht geeft op omgang. De contacten zijn niet anders geweest dan gebruikelijke familiecontacten. Het hof concludeert dat er geen 'family life' is ontstaan tussen de tante en de kinderen, waardoor de tante niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar verzoek om omgang. De beschikking van de rechtbank wordt vernietigd en de verzoeken van de tante worden afgewezen.