Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: [verzoekster] ,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van [verzoekster] tot ontslag van haar huidige bewindvoerder, [belanghebbende1], en de benoeming van een opvolgend bewindvoerder. Het hof oordeelt dat er gewichtige redenen zijn voor het ontslag van de huidige bewindvoerder, ondanks dat er objectief gezien geen verwijt te maken valt over haar functioneren. De samenwerking tussen [verzoekster] en [belanghebbende1] is zodanig problematisch dat dit in het belang van de psychische en lichamelijke gezondheid van [verzoekster] noodzakelijk is. Het hof heeft vastgesteld dat [verzoekster] kwetsbaar is door haar ernstige slechthorendheid en verstandelijke beperking, en dat zij behoefte heeft aan een bewindvoerder die haar op maat kan ondersteunen.
De procedure in eerste aanleg vond plaats bij de rechtbank Gelderland, waar het verzoek van [verzoekster] om ontslag van de bewindvoerder en benoeming van een opvolgend bewindvoerder werd afgewezen. [verzoekster] ging in hoger beroep, waarbij zij haar verzoek opnieuw indiende. Tijdens de zitting op 28 september 2023 werd duidelijk dat [belanghebbende1] geen bezwaar had tegen het verzoek van [verzoekster]. Het hof heeft de omstandigheden en de wensen van [verzoekster] in overweging genomen en besloten dat het in haar belang is om een nieuwe bewindvoerder aan te stellen, de heer [naam1], die eerder goed contact met haar had.
Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter vernietigd en [belanghebbende1] ontslagen met ingang van 1 januari 2024, met de benoeming van [naam1] als opvolgend bewindvoerder. Tevens zijn er voorwaarden gesteld aan de overdracht van verantwoordelijkheden en de rapportage aan de rechtbank.