ECLI:NL:GHARL:2023:9256

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
2 november 2023
Publicatiedatum
2 november 2023
Zaaknummer
200.325.050
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag en benoeming van bewindvoerder wegens gewichtige redenen in het kader van onderbewindstelling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van [verzoekster] tot ontslag van haar huidige bewindvoerder, [belanghebbende1], en de benoeming van een opvolgend bewindvoerder. Het hof oordeelt dat er gewichtige redenen zijn voor het ontslag van de huidige bewindvoerder, ondanks dat er objectief gezien geen verwijt te maken valt over haar functioneren. De samenwerking tussen [verzoekster] en [belanghebbende1] is zodanig problematisch dat dit in het belang van de psychische en lichamelijke gezondheid van [verzoekster] noodzakelijk is. Het hof heeft vastgesteld dat [verzoekster] kwetsbaar is door haar ernstige slechthorendheid en verstandelijke beperking, en dat zij behoefte heeft aan een bewindvoerder die haar op maat kan ondersteunen.

De procedure in eerste aanleg vond plaats bij de rechtbank Gelderland, waar het verzoek van [verzoekster] om ontslag van de bewindvoerder en benoeming van een opvolgend bewindvoerder werd afgewezen. [verzoekster] ging in hoger beroep, waarbij zij haar verzoek opnieuw indiende. Tijdens de zitting op 28 september 2023 werd duidelijk dat [belanghebbende1] geen bezwaar had tegen het verzoek van [verzoekster]. Het hof heeft de omstandigheden en de wensen van [verzoekster] in overweging genomen en besloten dat het in haar belang is om een nieuwe bewindvoerder aan te stellen, de heer [naam1], die eerder goed contact met haar had.

Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter vernietigd en [belanghebbende1] ontslagen met ingang van 1 januari 2024, met de benoeming van [naam1] als opvolgend bewindvoerder. Tevens zijn er voorwaarden gesteld aan de overdracht van verantwoordelijkheden en de rapportage aan de rechtbank.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.325.050
(zaaknummer rechtbank Gelderland 10149255)
beschikking van 2 november 2023
inzake
[verzoekster],
wonende te [woonplaats1] ,
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: [verzoekster] ,
advocaat: mr. J.L. Vermeer te Rhenen,
en
[belanghebbende1],
[adres1] ,
verder te noemen: [belanghebbende1] ,
belanghebbende in hoger beroep.
Als overige belanghebbende is aangemerkt:
[belanghebbende2],
wonende te [woonplaats1] ,
niet verschenen.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, team bewind en erfrecht), van 27 december 2022, uitgesproken onder voormeld zaaknummer (verder: de bestreden beschikking).

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit het beroepschrift met producties, ingekomen op 27 maart 2023.
2.2
De zitting heeft op 28 september 2023 plaatsgevonden. Daarbij waren aanwezig:
-[verzoekster] met haar advocaat;
- [belanghebbende1] en een medewerker van haar kantoor.
Het hof heeft aan een persoonlijk begeleider van [verzoekster] bijzondere toegang verleend tot het bijwonen van de zitting.
3. De feiten
3.1
[verzoekster] is geboren [in] 1973 te [woonplaats1] . [belanghebbende2] is de dochter van [verzoekster] .
3.2
Bij beschikking van de rechtbank Gelderland van 22 januari 2014 is een bewind ingesteld over de goederen die [verzoekster] (zullen) toebehoren wegens verkwisting of het hebben van problematische schulden in de zin van artikel 1:431 van het Burgerlijk Wetboek (verder: BW).
3.3
Bij beschikking van de rechtbank Gelderland van 27 mei 2022 is de grondslag van het bewind gewijzigd naar een bewind wegens een lichamelijke of geestelijke toestand.

4.De omvang van het geschil

4.1
Bij verzoekschrift, ingekomen bij de kantonrechter op 13 oktober 2022, heeft [verzoekster] verzocht om ontslag van de bewindvoerder en benoeming van een opvolgend bewindvoerder, op de gronden vermeld in het verzoekschrift.
4.2
Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter het verzoek tot ontslag van de bewindvoerder en benoeming van een opvolgend bewindvoerder afgewezen.
4.3
[verzoekster] is met één grief in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. [verzoekster] verzoekt die beschikking te vernietigen en, opnieuw beschikkende, het inleidend verzoek alsnog toe te wijzen.
4.4
[belanghebbende1] heeft geen verweerschrift ingediend. Het hof begrijpt uit hetgeen [belanghebbende1] op de zitting heeft gezegd dat zij geen bezwaar heeft tegen toewijzing van het verzoek van [verzoekster] door het hof.

5.De motivering van de beslissing

5.1
In artikel 1:448 lid 2 BW staat dat een bewindvoerder ontslag wordt verleend hetzij op eigen verzoek hetzij wegens gewichtige redenen of omdat de bewindvoerder niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden. Dit kan op verzoek van een medebewindvoerder of degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 1:432 lid 1 en lid 2 BW, of ambtshalve. In dit hoger beroep is de vraag aan de orde of er gewichtige redenen zijn om (ambtshalve) ontslag te verlenen.
5.2
Gelet op de stukken en wat is besproken op de zitting is het naar het oordeel van het hof niet langer in het belang van [verzoekster] om het bewind met haar huidige bewindvoerder voort te zetten. Daarbij neemt het hof in aanmerking de zwaarte van de maatregel van onderbewindstelling, en de stress die het bewind door de huidige bewindvoerder bij [verzoekster] veroorzaakt. Er is sprake van een langdurige, uitdrukkelijke en gemotiveerde wens om van bewindvoerder te wisselen. [verzoekster] heeft op de zitting gezegd dat zij begrijpt dat het aanstellen van een nieuwe bewindvoerder niet betekent dat zij meer geld te besteden zal hebben, maar dat het haar uitdrukkelijk te doen is om niet langer de stress en onrust te ervaren door de samenwerking met [belanghebbende1] . Als gevolg van die spanningen heeft [verzoekster] de hulp van een psycholoog moeten inschakelen en gebruikt zij medicatie tegen een te hoge bloeddruk en hartproblemen.
Het hof is van oordeel dat er sprake is van gewichtige redenen om aan de huidige bewindvoerder ontslag te verlenen onder gelijktijdige benoeming van de door [verzoekster] voorgestelde opvolgend bewindvoerder, de heer [naam1] , werkzaam bij [naam2] . Daarbij overweegt het hof dat [belanghebbende1] als bewindvoerder objectief gezien geen verwijt valt te maken over de wijze waarop zij haar taken als bewindvoerder uitvoert. De samenwerking en communicatie tussen [belanghebbende1] en [verzoekster] is echter zodanig dat deze wisseling van bewindvoerder in het belang van de psychische en lichamelijke gezondheid van [verzoekster] noodzakelijk is en dit is vooral gelegen in de persoon van [verzoekster] . [verzoekster] is kwetsbaar doordat bij haar sprake is van ernstige slechthorendheid en een verstandelijke beperking (totaal IQ: 64). [verzoekster] heeft moeite met de zakelijke benadering van de huidige bewindvoerder. Zij heeft in het contact met haar bewindvoerder juist behoefte aan “maatwerk”. Dat maatwerk bestaat er onder andere uit dat [verzoekster] een vast aanspreekpunt nodig heeft in plaats van steeds verschillende medewerkers. Ook is het voor [verzoekster] belangrijk dat er tijd en ruimte is voor uitleg en dat langzaam en duidelijk wordt gesproken. Gebleken is dat [belanghebbende1] dat maatwerk onvoldoende aan [verzoekster] kan bieden. [belanghebbende1] heeft op de zitting erkend dat er de afgelopen tijd onrust en wisselingen zijn geweest in het team waar het bewind van [verzoekster] onder valt. Daarnaast is het lastig om één vast aanspreekpunt te kunnen bieden, aldus [belanghebbende1] .
[verzoekster] had eerder regelmatig contact met de door haar voorgestelde bewindvoerder, die ook de bewindvoerder van haar moeder was. De samenwerking met hem verloopt prettig, hij is duidelijk in zijn communicatie en [verzoekster] heeft vertrouwen in hem, aldus [verzoekster] .
De heer [naam1] , werkzaam bij [naam2] , heeft zich bereid verklaard om te worden benoemd tot opvolgend bewindvoerder.
Het hof zal het verzoek van [verzoekster] dan ook toewijzen.
5.3
Het hof zal het ontslag aan [belanghebbende1] verlenen met ingang van 1 januari 2024, zodat een zorgvuldige overdracht kan plaatsvinden.
5.4
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, slaagt de grief. Het hof zal de bestreden beschikking vernietigen en beslissen als volgt.

6.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
vernietigt de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, team bewind en erfrecht), van 27 december 2022 en opnieuw beschikkende:
ontslaat met ingang van 1 januari 2024 [belanghebbende1] ( [adres1] ) als bewindvoerder van [verzoekster] , geboren te [woonplaats1] [in] 1973 en
wonende te [woonplaats1] aan de [adres2] ;
benoemt met ingang van 1 januari 2024 [naam1] werkzaam bij [naam2] ( [adres3] ) tot opvolgend bewindvoerder over de huidige en toekomstige goederen van [verzoekster] , geboren te [woonplaats1] [in] 1973 en
wonende te [woonplaats1] aan de [adres2] ;
bepaalt dat [belanghebbende1] als voormalig bewindvoerder binnen twee maanden na de datum van deze beschikking de eindrekening en -verantwoording aflegt aan de opvolgend bewindvoerder en een - zo mogelijk door haar voor akkoord ondertekend - exemplaar ervan aan de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, team bewind en erfrecht overlegt;
bepaalt dat de opvolgend bewindvoerder [naam1] binnen drie maanden na aanvang van het bewind een beschrijving van de aan het bewind onderworpen goederen dient op te maken en een afschrift daarvan dient in te leveren ter griffie van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, team bewind en erfrecht;
verzoekt de griffier krachtens het bepaalde in artikel 1:391 BW een afschrift van deze uitspraak toe te zenden aan de griffier van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, team bewind en erfrecht, in verband met aantekening in het Centraal Curatele- en Bewindregister;
stelt de beloning vast overeenkomstig het bepaalde in de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. H. Phaff, K. Mans en K.A.M. van Os- ten Have en is op 2 november 2023 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.