Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 8 juli 2017 tot en met 1 oktober 2020 te [plaats 1] en/of te [plaats 2] , althans in Nederland, opzettelijk één of meerdere geldbedragen (van in totaal ongeveer 1.840,70 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en dat verdachte in zijn hoedanigheid van bewindvoerder, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij in of omstreeks de periode van 15 juli 2019 tot en met 16 augustus 2020 te [plaats 1] en/of [plaats 2] , althans in Nederland, opzettelijk één of meerdere geldbedragen (van in totaal ongeveer 525,93 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en dat verdachte in zijn hoedanigheid van bewindvoerder, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Overweging met betrekking tot het bewijs
- Verdachte was in de tenlastegelegde periode de bewindvoerder van de aangevers [slachtoffer] , [benadeelde 1] en [benadeelde 2] .
- Verdachte had in zijn hoedanigheid van bewindvoerder het beheer over de geldzaken van bovengenoemde aangevers.
- Verdachte heeft zonder rechtsgrond gelden van de bankrekeningen van aangevers overgemaakt naar zijn privébankrekening of de bankrekening van zijn zoon.
- Verdachte heeft deze overboekingen in de boekhouding geadministreerd onder 'beloning bewindvoerder', terwijl hij wist dat een aantal van deze overboekingen niet als zodanig gekwalificeerd mochten worden omdat het niet de vergoeding voor zijn werk als bewindvoerder betrof.
Ter zitting gedane onderzoekswens door de verdachte
Bewezenverklaring
hij in de periode van 8 juli 2017 tot en met 1 oktober 2020 in Nederland, opzettelijk geld, toebehorende aan [slachtoffer] , en dat verdachte in zijn hoedanigheid van bewindvoerder onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij in de periode van 15 juli 2019 tot en met 16 augustus 2020 in Nederland, opzettelijk geld, toebehorende aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] , en dat verdachte in zijn hoedanigheid van bewindvoerder onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 en 2 bewezenverklaarde levert telkens op:
verduistering gepleegd door een bewindvoerder, ten opzichte van enig goed dat hij als zodanig onder zich heeft, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.