Uitspraak
bij de rechtbank: eiser,
[appellant],
bij de rechtbank: gedaagde,
[geïntimeerde],
1.De procedure bij de rechtbank
2.De procedure bij het hof
In de memorie van grieven heeft hij gevorderd dat het hof de beschikking van de deelgeschilrechter van de rechtbank zal vernietigen en de in het verzoekschrift geformuleerde verzoeken zal toewijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten.
Het hof begrijpt de eis in de memorie van grieven zo dat [appellant] niet bedoeld heeft om de vordering tot vernietiging van het vonnis te laten vallen, zodat hij nu niet alleen de vernietiging van de beschikking in het deelgeschil vordert, maar ook de vernietiging van het vonnis. Het verzoek in het deelgeschil komt overeen met de vordering, zodat [appellant] zijn eis in de memorie van grieven niet heeft gewijzigd.
3. Waar gaat het in deze zaak om?3.1 Tijdens door [appellant] en [geïntimeerde] samen verrichte werkzaamheden is letsel ontstaan aan de rechterhand van [appellant] , doordat een door [geïntimeerde] bediend gereedschap op die hand terecht is gekomen.
3.2 [appellant] is een deelgeschilprocedure gestart tegen [geïntimeerde] en diens aansprakelijkheidsverzekeraar Achmea. Hij heeft de rechtbank onder meer verzocht voor recht te verklaren dat [geïntimeerde] aansprakelijk is voor de door hem geleden en nog te lijden schade. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. Volgens de rechtbank valt [geïntimeerde] geen verwijt te maken van het incident en staat om die reden niet vast dat hij onrechtmatig heeft gehandeld. In de daarna tegen (alleen) [geïntimeerde] aanhangig gemaakte procedure heeft de rechtbank, onder verwijzing naar de beschikking in het deelgeschil, de vorderingen van [appellant] afgewezen.
3.3 Het hof vindt net als de rechtbank dat niet voldoende aannemelijk is dat [geïntimeerde] onrechtmatig heeft gehandeld. Het hof zal dit oordeel hierna toelichten. Het zal eerst de relevante feiten vermelden en daarna ingaan op de bezwaren van [appellant] tegen de beslissing van de rechtbank in het deelgeschil. Het hof zal daarbij ook het door [geïntimeerde] in die procedure gevoerde verweer betrekken.
4. Relevante feiten4.1 [appellant] en [geïntimeerde] zijn beiden zelfstandig hovenier. Zij werkten geregeld samen.
4.2 Op 12 maart 2018 hebben [appellant] en [geïntimeerde] gezamenlijk een boom geplant,
“
(…) Samen met Dhr. [appellant] was ik palen aan het zetten voor een jonge boom om deze rechtop te houden.Hij hield daarbij de paal rechtop zodat deze rechtstandig de grond in geslagen werd. Hiervoor zat hij op zijn knieën bij de paal.
“
(…) Ik ben met m’n collega dhr. [geïntimeerde] later in de ochtend rond 11 elf een boom aan het plaatsen, om deze goed te verankeren zijn er boompalen erbij nodig. Bij het aanbrengen van de boompalen ging het mis. Om een boompaal goed op positie te brengen is het nodig om deze tijdens het plaatsen vast de houden. Ik hield de paal vast met beide handen, hierbij zat ik op mijn knieën en [geïntimeerde] sloeg met de heiblok op de paal. Op enig
5.De beoordeling van het geschil
“
Op enig moment heeft [appellant] “ho maar” geroepen. Ik weet dat ik dan moet stoppen. Om de slag af te maken heb ik ervoor gekozen om het handblok weer op de paal te laten komen. Op uw vraag of het bij mij bekend was dat de heer [appellant] zich altijd aan de boompaal omhoog hees, antwoord ik dat dat juist is. Ik wist ook dat ik bij “ho maar” moest stoppen.”
[appellant] heeft tijdens de mondelinge behandeling onder meer verklaard:
“
Op het moment dat ik “ho maar’ riep hield [geïntimeerde] het handheiblok nog hoog.”
- De gebruikelijke werkwijze was dat [appellant] aangaf wanneer [geïntimeerde] kon stoppen met het in de grond slaan van de paal en dat [appellant] dat aangaf door “ho maar” te zeggen.
- Als een paal in de grond was geslagen, stond [geïntimeerde] op. Hij gebruikte de in de grond geslagen boompaal als steun.
- Bij het inslaan van een boompaal heeft [appellant] op enig moment “ho maar” gezegd, waarna [appellant] nog een klap met het handheiblok heeft gegeven. Op het moment dat die klap viel, was [geïntimeerde] al bezig om te gaan staan, waarbij hij (de duim van) zijn rechterhand op de bovenzijde van de boompaal heeft gelegd. De klap is op zijn rechterhand terechtgekomen.