Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
- een journaalbericht van mr. Vries van 29 november 2022, met producties;
- een journaalbericht van mr. Tromp van 30 november 2022;
- een journaalbericht van mr. Tromp van 27 februari 2023 met een productie;
- een journaalbericht van mr. Vries van 28 februari 2023;
- een verslaglegging van [naam1] van [naam2] , ingekomen op 15 maart 2023;
- een journaalbericht van mr. Vries van 31 mei 2023 met producties;
- een journaalbericht van mr. Tromp van 5 juni 2023 met een productie;
- een e-mailbericht van [naam3] van 22 augustus 2023 met een productie;
- een journaalbericht van mr. Vries van 6 september 2023 met producties;
- een e-mailbericht van [naam3] van 7 september 2023.
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat,
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat,
- een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad).
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat,
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat,
- een vertegenwoordiger van de raad
2.De motivering van de beslissing
- weer naast de moeder te zijn belast met het gezag over [de minderjarige] , geboren [in] 2009, en
- een zorgregeling tussen hem en [de minderjarige] vast te stellen.
3.De slotsom
4.De beslissing
- eenmaal per veertien dagen van vrijdag 19.00 uur tot zondag 16.00 uur, waarbij de vader [de minderjarige] op vrijdag ophaalt bij de moeder en de moeder [de minderjarige] op zondag ophaalt bij de vader;
- twee weken aaneengesloten in de zomervakantie. Daarnaast verblijft [de minderjarige] tijdens de zomervakantie twee weken aaneengesloten bij de moeder. De andere twee weken verdelen de ouders in onderling overleg, met dien verstande dat [de minderjarige] de laatste week bij zijn moeder is.
- de andere schoolvakanties verblijft [de minderjarige] voor de helft van de tijd bij de vader;
- waarbij de ouders uiterlijk twaalf weken voor de zomervakantie de vakantie doorspreken, en uiterlijk zes weken voor de andere schoolvakanties. Indien de ouders geen overeenstemming bereiken zal de volgende regeling gelden voor de vakanties: de eerste twee weken bij zijn vader, daarna twee weken bij zijn moeder, één week bij zijn vader en tenslotte één week bij zijn moeder;