In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van een mentor voor betrokkene, een 79-jarige vrouw met een complex ziektebeeld. Verzoeker, de echtgenoot van betrokkene, was in hoger beroep gekomen tegen de beslissing van de kantonrechter die op 20 februari 2023 had besloten om [naam2] als mentor te benoemen. Verzoeker verzocht het hof om hemzelf of zijn stiefzoon tot mentor te benoemen, maar het hof oordeelde dat een professionele en gekwalificeerde mentor het beste in staat is om de immateriële belangen van betrokkene te behartigen.
Het hof overwoog dat betrokkene lijdt aan een schizo-affectieve stoornis en een neurocognitieve stoornis, wat leidt tot een verhoogde zorgbehoefte. De verstandhouding tussen verzoeker en de zorgverleners van [verweerster] werd als problematisch ervaren, wat een constructieve samenwerking in de weg staat. Het hof concludeerde dat verzoeker, ondanks zijn betrokkenheid, niet de juiste persoon is om als mentor op te treden, gezien zijn moeizame communicatie met de zorgverleners en het gebrek aan inzicht in de situatie van betrokkene.
Het hof bekrachtigde de beschikking van de kantonrechter en compenseerde de proceskosten, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissing benadrukt het belang van professionele begeleiding in complexe zorgsituaties.