2.1.Ter zitting van het Hof heeft de Inspecteur met belanghebbenden, [naam1] en [naam2] B.V. een compromis gesloten, zoals vastgelegd in het aangehechte (verkorte) proces-verbaal. Voor zover het compromis ziet op de (gevolgen voor de) onderhavige procedures van belanghebbenden, met betrekking tot de navorderingsaanslag in de IB/PVV over het jaar 2014 en de aanslag in de IB/PVV voor het jaar 2015, zijn partijen het volgende overeengekomen:
inzake de navorderingsaanslag IB/PVV 2014
- het vastgestelde belastbaar inkomen uit werk en woning blijft ongewijzigd;
- de correctie in box 2 in verband met de toename van de rekening-courantschuld van € 520.861 vervalt. De daarmee samenhangende verrekening van geheven dividendbelasting vervalt eveneens;
- in box 2 wordt een uitdeling van € 200.000 in verband met de lening voor inrichting van de eigen woning in aanmerking genomen;
- de navorderingsaanslag in de IB/PVV over het jaar 2014 wordt aldus verminderd tot een navorderingsaanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 55.760 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 200.000 en de beschikking belastingrente wordt dienovereenkomstig verminderd.
inzake de aanslag IB/PVV 2015
- het vastgestelde belastbaar inkomen uit werk en woning blijft ongewijzigd;
- de correctie in box 2 in verband met de toename van de rekening-courantschuld van € 352.088 vervalt. De daarmee samenhangende verrekening van geheven dividendbelasting vervalt eveneens;
- de correctie in box 2 van € 200.000 in verband met de lening voor inrichting van de eigen woning vervalt;
- de correctie in box 2 van € 453.496 in verband met de fictieve vervreemding van aandelen in [naam6] B.V. blijft in stand;
- de aanslag in de IB/PVV voor het jaar 2015 wordt aldus verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 43.312 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 453.496 en de beschikking belastingrente wordt dienovereenkomstig verminderd.
Voorts zijn partijen overeengekomen dat vergoeding van de proceskosten en van het griffierecht plaatsvindt conform de wettelijke regelingen, zoals vast te stellen door het Hof. Op vergoeding van werkelijke proceskosten wordt geen aanspraak gemaakt.