ECLI:NL:GHARL:2023:8286
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van gewoontewitwassen na hoger beroep
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 september 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die eerder door de politierechter in de rechtbank Gelderland was veroordeeld voor het medeplegen van gewoontewitwassen. De politierechter had de verdachte een gevangenisstraf van zes maanden opgelegd. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting op 13 september 2023 heeft het hof het dossier bestudeerd, inclusief de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdediging, vertegenwoordigd door mr. A.W.J. van Galen.
Het hof heeft vastgesteld dat de tenlastelegging betrekking had op het verwerven en omzetten van geld dat vermoedelijk afkomstig was uit misdrijf, en dat de verdachte dit samen met anderen zou hebben gedaan in de periode van 1 juli 2010 tot 2 oktober 2014. De advocaat-generaal en de verdediging hebben beiden gepleit voor vrijspraak, waarbij de verdediging aanvoerde dat het geld niet uit misdrijf afkomstig was.
Na zorgvuldige overweging heeft het hof geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat de verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het geld uit misdrijf afkomstig was. Het hof heeft daarbij ook rekening gehouden met een civiele procedure die tegen de dochter van de verdachte liep, waarin was vastgesteld dat zij geld had overgemaakt zonder toestemming. Het hof oordeelde dat de bewijsvoering in het strafrecht niet voldeed aan de vereiste maatstaf en sprak de verdachte vrij van het tenlastegelegde. Het vonnis van de politierechter werd vernietigd en het hof deed opnieuw recht.