In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, [de minderjarige], die in 2015 is geboren uit de relatie tussen de moeder en de vader. De moeder, die het gezag over [de minderjarige] heeft, is in hoger beroep gekomen tegen de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland, die op 23 maart 2023 de ondertoezichtstelling heeft verlengd tot 4 april 2024. De moeder is van mening dat er geen risicofactoren meer zijn die een ondertoezichtstelling rechtvaardigen, terwijl de gecertificeerde instelling (GI) van mening is dat de situatie van de vader, die kampt met verslavingen, en de eerdere conflicten tussen de ouders nog steeds een bedreiging vormen voor de ontwikkeling van [de minderjarige].
Tijdens de mondelinge behandeling op 5 september 2023 heeft de GI benadrukt dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft om de ontwikkeling van [de minderjarige] te waarborgen. Het hof heeft de argumenten van de moeder en de GI zorgvuldig afgewogen en geconcludeerd dat de gronden voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn. De moeder heeft weliswaar stappen gezet in haar opvoedingssituatie, maar de situatie van de vader en de impact daarvan op [de minderjarige] zijn zorgwekkend. Het hof heeft daarom de bestreden beschikking bekrachtigd en het verzoek van de moeder om de ondertoezichtstelling op te heffen afgewezen.