ECLI:NL:GHARL:2023:8281

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
28 september 2023
Publicatiedatum
2 oktober 2023
Zaaknummer
P23/083
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de ISD-maatregel wegens afwezigheid van behandelingsbehoefte en recidiverisico

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 9 februari 2023, die de voortzetting van de ISD-maatregel had bevolen. Het hof heeft geoordeeld dat er geen sprake meer is van problematiek die behandeling vereist en dat er onvoldoende onderbouwd recidiverisico aanwezig is. De veroordeelde, die tot ongewenst vreemdeling is verklaard, heeft aangegeven terug te willen keren naar zijn land van herkomst, waar hij kan rekenen op steun van zijn familie. Het hof heeft vastgesteld dat de omstandigheden in het land van herkomst voldoende beschermende factoren bieden, waardoor de beëindiging van de ISD-maatregel niet zal leiden tot onveiligheid of overlast in Nederland. De maatregel zal worden beëindigd op het moment dat de repatriëring van de veroordeelde kan plaatsvinden, maar uiterlijk op 26 oktober 2023. Het hof vernietigt de eerdere beslissing van de rechtbank en concludeert dat de voortzetting van de ISD-maatregel niet meer noodzakelijk is.

Uitspraak

ISD P23/083
Beslissing van 28 september 2023
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[de veroordeelde](hierna: de veroordeelde),
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1989,
verblijvende in de penitentiaire inrichting [PI] , (hierna: de PI).
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van
9 februari 2023. Deze beslissing houdt in dat de tenuitvoerlegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: de ISD-maatregel) voortgezet wordt.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van 20 februari 2023, waarbij de veroordeelde beroep heeft ingesteld;
- het proces-verbaal van de zitting van dit hof van 4 mei 2023;
- de tussenbeslissing van het hof van 17 mei 2023;
- de rapportage van de PI van 14 juli 2023;
- het proces-verbaal van de zitting van dit hof van 27 juli 2023 en
- het perspectiefplan van 1 september 2023 met als bijlage het ‘Cultureel Interview’.
Het hof heeft ter zitting van 14 september 2023 gehoord de advocaat-generaal,
mr. H.J. Lambers, en de veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. P.D. Popescu, advocaat te Amsterdam. Het hof heeft ter zitting ook gehoord [casemanager ISD] , casemanager ISD.

Overwegingen

Het standpunt van de veroordeelde
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de ISD-maatregel moet worden beëindigd. Binnen de ISD-maatregel zou diagnostiek en behandeling plaatsvinden, maar dat is niet gebeurd. In het perspectiefplan worden vrijwel geen criminogene factoren genoemd waarvoor behandeling nodig is. De veroordeelde is inmiddels tot ongewenst vreemdeling verklaard en wil ook terugkeren naar [land van herkomst] . De ISD-maatregel biedt op dit moment geen meerwaarde en moet worden beëindigd. Hij kan terecht bij vrienden die voor hem kunnen zorgen.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de ISD-maatregel moet worden voortgezet. Het is aannemelijk dat sprake is van psychiatrische problematiek bij de veroordeelde. Doordat de veroordeelde ongewenst is verklaard, kan hij bij het beëindigen van de ISD-maatregel geen gebruikmaken van de Nederlandse voorzieningen. Dat zou het risico op recidive verhogen. De plannen voor een terugkeer naar [land van herkomst] bieden slechts een wankele basis. Er worden de veroordeelde nog interventies aangeboden, zoals de leefstijltraining, wat helpend kan zijn.
Het oordeel van het hof
Het hof dient eerst na te gaan of opheffing van de maatregel zal leiden tot te verwachten onveiligheid, ernstige (drugs)overlast en verloedering van het publieke domein. Daarna moet het hof bezien of verdere voortzetting van de maatregel niet zinvol is door een omstandigheid die buiten de macht van de veroordeelde ligt.
Het hof overweegt dat de rechtbank bij de oplegging van de ISD-maatregel heeft overwogen dat, vanwege de zorgen over het psychosociale functioneren van de veroordeelde, diagnostiek en behandeling noodzakelijk is. Ook heeft de rechtbank aanleiding gezien een tussentijdse beoordeling van de noodzaak tot voortzetting van de ISD-maatregel te gelasten, gelet op het feit dat voor de uit te voeren diagnostiek en de behandeling van de veroordeelde een voortvarende aanpak gewenst is.
In de tussenbeslissing van 17 mei 2023 heeft het hof de vraag opgeworpen in hoeverre de door de rechtbank relevant geachte risicofactor van het psychosociaal functioneren van de veroordeelde nog aan de orde is. Daarbij heeft het hof vragen gesteld over het medicatiegebruik van de veroordeelde, de invulling van de behandeling en over (de onderbouwing van) het recidiverisico.
Uit het dossier, waaronder de beantwoording van de vragen van het hof, en de door de casemanager ter zitting gegeven toelichting leidt het hof het volgende af.
Er is geen (actuele) diagnostiek van de veroordeelde bekend. Er vindt geen behandeling van de veroordeelde (meer) plaats. De veroordeelde gebruikt al geruime tijd geen relevante medicatie, heeft geen contact met een psychiater en is psychisch stabiel. Er is niet gebleken van een (actuele) verslaving. De urinecontroles zijn al geruime tijd schoon, terwijl er, volgens de casemanager, binnen de PI wel drugs verkrijgbaar zijn.
Ondanks gerichte vraagstelling daartoe door het hof wordt het risico op recidive niet duidelijk gemaakt door de PI. In het perspectiefplan wordt alleen de criminogene factor ‘financiën en administratie’ aanwezig geacht, omdat “
al jaren niet is omgekeken naar de financiën en administratie en omdat de veroordeelde niet gelijk een betaalde baan heeft, op de dag van vrijlating/eventuele uitzetting naar [land van herkomst]”. Niet is gebleken dat interventies worden aangeboden met betrekking tot deze criminogene factor.
Volgens de PI zou de veroordeelde een leefstijltraining moeten volgen en die is hem ook aangeboden. Het is niet duidelijk geworden in hoeverre die training bij de veroordeelde kan leiden tot vermindering van enige kans op recidive.
Verder is van belang dat de veroordeelde tot ongewenst vreemdeling is verklaard. Hij heeft dan ook geen rechtmatig verblijf in Nederland en zal bij beëindiging van de maatregel het land moeten verlaten. Tijdens de zitting van het hof van 4 mei 2023 heeft de advocaat-generaal verklaard dat het mogelijk is om de veroordeelde binnen vier weken uit te zetten naar [land van herkomst] .
Terugkeer naar [land van herkomst] is ook de wens van de veroordeelde. Bij terugkeer in [land van herkomst] kan de veroordeelde hulp krijgen van zijn familie. Hij kan verblijven bij zijn moeder en kan werken bij zijn zwager. Dit is bevestigd door de zus van de veroordeelde, die, volgens de casemanager, betrouwbaar en behulpzaam over kwam.
Nu geen sprake (meer) is van problematiek waarvoor behandeling aangewezen is, een onderbouwd recidiverisico ontbreekt en in [land van herkomst] , ook in de visie van de PI, voldoende beschermende factoren voor de veroordeelde aanwezig zijn, is het hof van oordeel dat niet is gebleken dat opheffing van de ISD-maatregel zal leiden tot te verwachten onveiligheid, ernstige (drugs)overlast en verloedering van het publieke domein en ziet het hof geen noodzaak tot voortzetting van de maatregel. Het hof zal daarom bepalen dat de maatregel wordt beëindigd. Deze beëindiging zal ingaan op het moment dat de repatriëring van veroordeelde kan plaatsvinden, doch uiterlijk op 26 oktober 2023.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 9 februari 2023 met betrekking tot de veroordeelde, [de veroordeelde] .
Beëindigt de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders met ingang van het moment dat de repatriëring van veroordeelde kan plaatsvinden, doch uiterlijk op
26 oktober 2023.
Aldus gedaan door
mr. M. Keppels, voorzitter,
mr. R. Prakke-Nieuwenhuizen en mr. D. Visser, raadsheren,
en drs. D.M.L. Versteijnen en drs. C.J.J.C.M. van Gestel, raden,
in tegenwoordigheid van mr. C. Aalders, griffier,
en op 28 september 2023 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.