Uitspraak
mr. H.J. Lambers, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman,
mr. A.J. Sprey, advocaat te Amsterdam.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1983. De rechtbank Den Haag had eerder op 4 april 2023 besloten om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. De terbeschikkinggestelde had beroep ingesteld tegen deze beslissing, waarbij zijn raadsman aanvoerde dat de vordering tot verlenging te laat was ingediend en dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard diende te worden. De raadsman stelde dat de terbeschikkinggestelde al sinds 2014 in de terbeschikkingstelling verblijft en dat er geen gevaar voor fysieke delicten zou zijn, waardoor het persoonlijk belang van de terbeschikkinggestelde zwaarder zou wegen dan het maatschappelijk belang.
De advocaat-generaal daarentegen stelde dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in de vordering en dat de veiligheid van anderen de verlenging van de maatregel eiste. Het hof oordeelde dat de vordering tot verlenging binnen een redelijke termijn was ingediend, ondanks dat deze later was ingediend dan de wettelijke termijn. Het hof concludeerde dat er bijzondere omstandigheden aanwezig waren die de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie rechtvaardigden. De terbeschikkinggestelde had voldoende tijd gehad om zich voor te bereiden op de zitting en er was een hoog risico op recidive, wat de verlenging van de terbeschikkingstelling rechtvaardigde.
Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, met de aanbeveling om in de komende periode de mogelijkheden voor begeleiding en behandeling buiten de terbeschikkingstelling te onderzoeken. De resultaten van dit onderzoek dienen onderdeel te zijn van de rapportage bij een volgende verlengingsprocedure.