ECLI:NL:GHARL:2023:8255

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
29 september 2023
Publicatiedatum
29 september 2023
Zaaknummer
21-003866-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opruiing door het organiseren van een illegaal coronafeest via sociale media

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1997, werd beschuldigd van opruiing door het organiseren van een illegaal feest tijdens de coronamaatregelen. De verdachte had via Instagram uitnodigingen verstuurd voor een feest op 24 oktober 2020, waarbij hij anderen aanzette tot het overtreden van het samenscholingsverbod. Het hof verwierp het verweer van de verdediging dat de uitlatingen niet in het openbaar waren gedaan. Het hof oordeelde dat de uitnodigingen via sociale media voldoende openbaar waren, gezien het aantal volgers van de Instagramaccounts en de toegankelijkheid van de berichten. De verdachte werd eerder veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, waarvan 40 uren voorwaardelijk, maar het hof besloot tot een lagere straf van 40 uren taakstraf, subsidiair 20 dagen hechtenis, rekening houdend met het tijdsverloop en de omstandigheden van de zaak. Het hof verklaarde de in beslag genomen geldbedragen verbeurd, aangezien deze verkregen waren door middel van het bewezenverklaarde feit.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003866-21
Uitspraak d.d.: 29 september 2023
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland van 19 augustus 2021 met parketnummer 16-105380-21 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1997,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 15 september 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het tenlastegelegde feit tot een taakstraf van 80 uren, waarvan 40 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en tot verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen geldbedrag. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. A.W.J. van Galen, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De politierechter heeft bij vonnis van 19 augustus 2021, waartegen het hoger beroep is gericht, verdachte ter zake van het tenlastegelegde feit veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, waarvan 40 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en het inbeslaggenomen geldbedrag, ter hoogte van € 906,70, verbeurdverklaard.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 24 oktober 2020 tot en met 25 oktober 2020 te [plaats 1] en/of te [plaats 2] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in het openbaar mondeling, bij geschrift en/of bij afbeelding tot enig strafbaar feit en/of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag heeft opgeruid door via sociale media, te weten via een Instagramaccount, met de accountnaam [accountnaam 1] en/of [accountnaam 2] , een bericht te plaatsen/te delen met de volgende inhoud, zakelijk weergeven,
- een uitnodiging voor een evenement/feest/raveparty voor die avond, te weten op 24 oktober 2020 vanaf 23.30 uur, en/of
- een of meerdere instructies om aan te melden voor het/de evenement/feest/raveparty, en/of
- een of meerdere instructies tijdens het/de evenement/feest/raveparty, en/of
- de kosten voor de entree, het water en/of de ballonnen, en/of
- de coördinaten van het evenement/feest/rave party.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Nietigheid van de dagvaarding

Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft onder verwijzing naar het procesdossier betoogd dat het verdachte voldoende duidelijk is waartegen hij zich moet verweren. De dagvaarding is voldoende specifiek; de handeling waartoe verdachte heeft opgeruid is naar het georganiseerde feest te komen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep aangevoerd dat de dagvaarding nietig dient te worden verklaard, nu de tenlastelegging onvoldoende specifiek is omdat daaruit niet blijkt tot welke handelingen verdachte anderen zou hebben opgeruid.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat de omschrijving van hetgeen verdachte in de tenlastelegging wordt verweten, tegen de achtergrond van het procesdossier bezien, voldoende specifiek is en dat het de verdachte, gelet op het proces-verbaal ter terechtzitting in eerste aanleg en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep, voldoende duidelijk is waartegen hij zich moet verdedigen. In de tenlastelegging is concreet en feitelijk opgenomen op welke wijze verdachte anderen heeft uitgenodigd zich aan te melden voor een feest en welke instructies hij daarvoor gaf. De advocaat-generaal heeft betoogd dat daarmee feitelijk is opgeruid tot het komen naar dat feest. Het hof volgt de advocaat-generaal hierin en verstaat de tenlastelegging aldus dat daarin aan verdachte wordt verweten dat hij in het openbaar heeft opgeruid tot een strafbaar feit, te weten het komen naar het in de feitelijke omschrijving van de tenlastelegging bedoelde feest. Deze uitleg is met de bewoordingen van de tenlastelegging niet onverenigbaar en, zoals eerder overwogen, was het voor verdachte voldoende duidelijk dat hij zich hiertegen moest verweren.
Nu de dagvaarding voldoet aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering, is van nietigheid geen sprake. Het hof verwerpt derhalve het verweer.

Overweging met betrekking tot het bewijs

Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte primair vrijgesproken dient te worden van het tenlastegelegde feit omdat niet bewezen kan worden dat verdachte tezamen of alleen in het openbaar tot enig strafbaar heeft opgeruid, nu verdachtes rol slechts beperkt is gebleven tot het versturen van één-op-één berichten, naar ongeveer tien mensen die hij kende.
Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte van het tenlastegelegde feit dient te worden vrijgesproken omdat verdachte en de andere organisatoren slechts algemene informatie hebben gedeeld via een voor een publiek toegankelijk kanaal. Nu de specifiek informatie via een één-op-één berichten is verzonden, zijn de uitlatingen derhalve niet gedaan via een kanaal dat voor het publiek toegankelijk was en dus als openbare plaats moet worden aangemerkt.
Meer subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte van het tenlastegelegde feit dient te worden vrijgesproken omdat de verfeitelijking in de tenlastelegging niet reflecteert wat in het wel voor het publiek toegankelijke kanaal - dus openbaar - geplaatste bericht valt te lezen.
Oordeel van het hof
Het hof stelt op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
In de nacht van 25 oktober en 26 oktober 2020 ontvangt de politie een melding dat er bij het bosperceel [adres] grote groepen jeugd met auto’s bij elkaar komen. Eenmaal aangekomen ziet de politie dat grote groepen mensen zich op parkeerplaatsen verzamelen en groepsgewijs met alcoholische drank het bosperceel in lopen. Een aanwezige taxichauffeur vertelt de politie desgevraagd dat hij staat te wachten tot hij een nieuwe locatie doorkrijgt. Als één van de verbalisanten vraagt hoe de illegale feestlocaties hem bekend worden, vertelt hij dat als je het Instagramaccount [accountnaam 1] volgt, je een privébericht moet sturen, waarna je een bevestiging krijgt met daarin de locatie in de vorm van coördinaten. Bij entree moet je de bevestiging van je aanmelding kunnen tonen en vijf euro contant betalen. De politie ziet op de telefoon van de taxichauffeur dat onder ‘verhalen’ van voornoemd Instagramaccount het volgende bericht staat geplaatst:
‘REMEMBER TO SEND YOUR DM TODAY BETWEEN 14:00 - 19:00 INCLUDING NAMES
SENDING BEFORE OR AFTER THIS TIMESLOT WILL NOT GET YOU ANY INFO BACK FROM US!
ALSO WE WILL SELECT PEOPLE WHICH WE CAN TRUST AND FULL IS FULL AS WE HAVE A MAXIMUM CAPACITY…
WE WILL BE VERY BUSY SENDING DMS FROM 20:00 SO PLEASE BE PATIËNT AND WAIT FOR OUR REPLY!
PRIVATE ACCOUNT? OPEN YOUR ACCOUNT TO HAVE MORE CHANCE TO GET THE LOCATION!
@ [accountnaam 1] ’
Wanneer de politie met meerdere eenheden terugkeert naar voornoemde plek, komt er informatie binnen dat het een illegaal feest betreft onder een viaduct, nabij [snelweg] . Aldaar treft de politie een groep van naar schatting tweehonderd tot driehonderd feestende mensen aan. De mensen rennen weg zodra ze de politie zien. Een jongen die met een grote luidspreker in zijn handen ook weg probeert te rennen, wordt door de politie aangehouden. Dit blijkt verdachte te zijn. Vervolgens wordt er in de auto van verdachte een grote hoeveelheid flessen water aangetroffen. Tijdens de insluitingsfouillering blijkt dat verdachte een geldsom van € 906,70 bij zich heeft.
Bij het uitlezen van de inbeslaggenomen telefoon van verdachte wordt in de applicatie ‘Notities’ een notitie aangetroffen die is aangemaakt op 24 oktober 2020, waarin staat:
‘LEES DIT BERICHT GOED!
DIT BERICHT LATEN ZIEN AAN DE DEUR!
GEEN BERICHT = GEEN TOEGANG
5 EUR ENTRANCE
SECURITY!
EIGEN DRANK IS TOEGESTAAN!
GEEN TANKS MEE SECURITY CHECKT DIT!
!!CASH ONLY!!
2.5
3
TELEFOON OP VLIEGTUIGSTAND!
NIETS PLAATSEN OP SOCIALMEDIA!
BELANGRIJKGOED LEZEN!
PARKEREN BIJ COORDINATEN,
COORDINATEN ZIJN OOK DE MEETINGPOINT DUS PARKEER EN DOE JE LICHTEN UIT EN BLIJF WACHTEN TOT IEMAND VAN DE ORGANISATIE JE BENADERD!
Geen plek bij de coördinaten? Parkeer in de omgeving en loop naar de coördinaten maar ga niet in groepjes hangen!
Parkeren / begeleiding naar locatie:
Intoetsen op Google maps!
NIET EERDER KOMEN DAN DE ONDERSTAANDE TIJD!
23:30 - 00:15
[coördinaten]
See you tonight!’
Dit is het bericht dat via Instagram is gedeeld als uitnodiging voor het feest.
Verder staat in een notitie, welke is aangemaakt op 2 augustus 2020, het volgende bericht:

Welkom onze trouwe ravers!
Bij deze willen we jullie welkom heten bij ons nieuwe concept waar heel snel meer informatie ter beschikking komt.
Gefeliciteerd jullie zijn als een van de wienige uitgekozen om deel te neme aan de nieuwe doorstart van onze rave ps. Niet getreurd je kan gewoon je vrienden en vriendinnen meenmen. Daarover volgt later meer info!
We proberen dit account zo klein mogelijk te houden zodat de pakkans minimaal is, vanwege ons vertrouwe in jullie vragen wij dan ook om alsjeblieft niks zomaar door te sturen of ergens te plaatsen
Stay tuned tijgers! Binnekort meer info’.
In de applicatie ‘Foto’s’ zijn meerdere schermafbeeldingen aangetroffen, waarop te zien is dat meerdere personen zich bij [accountnaam 1] aanmelden voor verscheidene feesten, waaronder het feest op 24 oktober 2020, waarbij tevens namen van andere personen worden doorgegeven.
Verder worden er op de telefoon van verdachte meerdere WhatsApp-conversaties aangetroffen. Eén daarvan betreft een WhatsApp-gesprek tussen verdachte en [bijnaam 1] , waarin een afspraak wordt gemaakt om een sound box en accu’s te huren en op te komen halen. Dit gesprek dateert van 21 oktober tot en met 24 oktober.
Een andere betreft een WhatsApp-gesprek tussen verdachte en [bijnaam 2] , dat op 25 oktober 2020 om 01:17 uur plaatsvindt, waarin staat:

Dier
Wbj
Kom naar neefie
Als kan
Entree aannemen nog steeds
Is vol vol
Nee joh
Leip
Broer we hebben denk al meer dan 2k hier
Soldaat
Me tas zit ook kk vol
Broer is leip man
[naam] en ik hebben kanker veel dokoe opgehaald’
Verder blijkt dat in Instagram onder meer de volgende accounts staan ingelogd: [accountnaam 2] , [accountnaam 1] en [accountnaam 3] .
De vraag die het hof dient te beantwoorden is of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opruiing in de zin van artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht.
Voor een bewezenverklaring van opruiing is vereist dat bij de verdachte sprake is van (voorwaardelijk) opzet op het opruien tot enig strafbaar feit, dat de uitlating in het openbaar is gedaan en dat de uitlating mondeling, bij geschrift of afbeelding is gedaan. Bedoeld is dat de door een verdachte gedane uiting aanspoort tot het plegen van enig strafbaar feit in de betekenis van: iemand proberen iets te laten doen. Bij de beoordeling of de gedane uitingen van een verdachte aansporen tot enig strafbaar feit en/of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag en dus ‘opruiend’ zijn in de zin van artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht, komt betekenis toe aan de inhoud en de strekking van de gedane uitingen in hun onderlinge samenhang bezien, alsmede de context waarin deze uitingen aan het publiek zijn geopenbaard.
Het hof stelt vast dat niet ter discussie staat dat verdachte naar een aantal mensen een uitnodiging voor een feest heeft gestuurd via het Instagramaccount [accountnaam 1] en [accountnaam 2] (hierna: het Instagramaccount) en daarmee anderen heeft aangespoord tot het plegen van enig strafbaar feit, te weten om met meer dan vier personen samen te komen in de buitenlucht. Dat dit laatste op het tijdstip van het georganiseerde feest strafbaar was, volgt uit artikel 2 Wet openbare manifestaties in samenhang met het Besluit van 22 januari 2021, houdende inwerkingtreding en inwerkingstelling van artikel 8, eerste en derde lid, van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag, de Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 22 januari 2021, nr. 3192465, tot instelling van een landelijke avondklok ter bestrijding van de epidemie van covid-19 en de artikelen 2.1a en 2.13 van de Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio [regionaam] 14 oktober 2020.
Anders dan de verdediging, is het hof van oordeel dat verdachtes aandeel bij het organiseren van het feest niet beperkt is gebleven tot het versturen van uitnodigingen voor het feest. Uit het dossier blijkt immers dat verdachte tevens een sound box heeft geregeld voor het feest. Daarnaast heeft verdachte verklaard dat hij rond de driehonderd flessen water had ingekocht en dat hij deze flessen tijdens het feest aan bezoekers had verkocht. Verder blijkt uit het WhatsApp-gesprek tussen [bijnaam 2] en verdachte dat laatstgenoemde tijdens het feest bij de ingang heeft gestaan om entreegeld aan te nemen, waarbij hij samen met ene [naam] naar eigen zeggen ‘meer dan 2k’ en ‘kanker veel dokoe’ heeft opgehaald. Tijdens de insluitingsfouillering op het politiebureau is bij verdachte een contant geldbedrag van € 906,70 aangetroffen. Gelet op het voorgaande, is het hof van oordeel dat verdachte een substantiële bijdrage heeft geleverd aan de organisatie van het feest, zodat sprake is van een gezamenlijke uitvoering bij het tenlastegelegde feit waarbij verdachte nauw en bewust met (de) andere organisator(en) van het feest heeft samengewerkt.
Voor wat betreft de vraag of de uitlatingen van verdachte in het openbaar zijn gedaan, overweegt het hof als volgt.
Verdachte heeft via het Instagramaccount [accountnaam 1] en [accountnaam 2] uitnodigingen verstuurd voor het feest op 24 oktober 2020, die op dat moment enkele duizenden volgers had. Uit het feit dat de berichten van [accountnaam 1] voor een ter plaatse aanwezige taxichauffeur zichtbaar waren en dat de accountbeheerders door een journalist waren benaderd voor het schrijven van een artikel, leidt het hof af dat het Instagramaccount op dat moment voor een ieder toegankelijk was. In de biografie stond vermeld dat het een Instagramaccount betreft voor ondergrondse raves in de buurt van [plaats 3] en dat men het account kan volgen voor meer informatie.
In verdachtes telefoon is een notitie aangetroffen waaruit blijkt dat door de accountbeheerders geen (openbare) berichten met informatie omtrent een locatie of een tijdstip voor een feest werden geplaatst, teneinde de pakkans minimaal te houden. Volgers van het Instagramaccount konden deze informatie verkrijgen door een persoonlijk bericht aan de beheerders te sturen. Het hof leidt uit voorgaande handelswijze af dat de accountbeheerders bewust uit het zicht van politie en justitie wilden blijven.
Uit diezelfde notitie blijkt echter ook dat volgers niet alleen zichzelf, maar tevens vrienden en vriendinnen konden aanmelden voor een (volgend) feest. Verder heeft verdachte ter zitting verklaard dat hij uit een lange lijst met namen tien bekenden zocht om hen voor het feest te benaderen en dat anderen hetzelfde deden. Gelet op voormelde omstandigheden en het feit dat door de politie ter plaatse een groep van tussen de tweehonderd à driehonderd mensen was aangetroffen, alsmede het feit dat verdachte voor het evenement een grote sound box had gehuurd en driehonderd flessen water had ingekocht, is het hof van oordeel dat het handelen en de uitlatingen van verdachte en de medeverdachten in de kern erop gericht waren om een breed publiek, waaronder ook personen die niet de Instagramaccounts [accountnaam 1] en [accountnaam 2] volgden, te bereiken en dat de uitlatingen dus ‘in het openbaar zijn geschied’.
Het hof verwerpt derhalve het verweer en acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opruiing.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 24 oktober 2020 tot en met 25 oktober 2020 te [plaats 1] en/of te [plaats 2] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, in het openbaar bij geschrift tot enig strafbaar heeft opgeruid door via sociale media, te weten via een Instagramaccount, met de accountnaam [accountnaam 1] en [accountnaam 2] , een bericht te delen met de volgende inhoud, zakelijk weergeven,
- een uitnodiging voor een feest voor die avond, te weten op 24 oktober 2020 vanaf 23.30 uur, en
- instructies om aan te melden voor het feest, en tijdens het feest, en
- de kosten voor de entree, het water en de ballonnen, en
- de coördinaten van het feest.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van in het openbaar, bij geschrift tot enig strafbaar feit opruien.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan opruiing door via Instagram uitnodigingen te versturen voor een illegaal georganiseerd feest. Door de uitnodigingen te versturen heeft hij anderen willen aanzetten tot het op grote schaal overtreden van het destijds geldende samenscholingsverbod. Mede gelet op de periode waarin het feit werd gepleegd, te weten een tijd waarin door de overheid maatregelen werden getroffen om de verspreiding van het coronavirus te beperken en zodoende de volksgezondheid te beschermen en de druk op de gezondheidszorg te verlichten, rekent het hof dit verdachte aan.
Het hof heeft bij de strafoplegging acht geslagen op het de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 9 augustus 2023, waaruit blijkt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.
Het hof ziet in het tijdsverloop aanleiding om een lagere straf op te leggen dan door de advocaat-generaal is gevorderd. Alles afwegende is het hof van oordeel dat een taakstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen een passende en geboden reactie vormt.

Beslag

De hierna te noemen inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen kunnen door verdachte geheel of ten dele ten eigen bate worden aangewend. Zij zullen worden verbeurd verklaard aangezien zij geheel of grotendeels door middel van het tenlastegelegde en bewezenverklaarde zijn verkregen. Dat verdachte zelf een cash geldbedrag van 400,00 euro bij zich had voordat hij naar het feest ging, is door verdachte op geen enkele wijze onderbouwd en acht het hof niet aannemelijk geworden.
Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 22c, 22d, 24, 33, 33a, 47, 63 en 131 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een gelbedrag van € 300,00;
- een gelbedrag van € 300,00;
- een geldbedrag van € 200,00;
- een geldbedrag van € 30,00;
- een geldbedrag van € 76,70.
Aldus gewezen door
mr. E.W. van Weringh, voorzitter,
mr. E.M.J. Brink en mr. E. Pennink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.M.J. Flach, griffier,
en op 29 september 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.