Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
De oude schuur aan de zuidzijde wordt verwijderd. De genoemde stichting wordt door de heer [geïntimeerde] benaderd en de praktisch uitvoering (het verdere overleg met de stichting) kan [appellant](opmerking hof: bedoeld wordt [appellant] )
op zich nemen.” [naam1] heeft bij de kantonrechter onder ede verklaard dat geen termijn voor verwijdering werd afgesproken, maar dat het de bedoeling was dat de droogloods binnen redelijke termijn weg zou gaan. In een bijlage bij de koopovereenkomst (genoemd Bijlage bij NVM vragenlijst deel B) staat opgenomen: “
Schuur gaat weg – moet verkoper nog overleggen met stichting”. [1] Verder heeft [geïntimeerde] op 14 mei 2020 in een reactie aan de rechtsbijstandsverzekeraar van [appellant] geschreven:
“(..) Afgesproken is dat de schuur zal worden afgebroken omdat deze toegezegd is aan de stichting Van Steen van Natuur (..). Er is echter geen termijn afgesproken. De stichting had tot voor kort nog geen plek waar de schuur geplaatst kon worden. Daarnaast zijn wij met de gemeente Berg en Dal in bespreking over de herbouw van een nieuwe schuur. In afwachting daarvan wordt de schuur nog niet afgebroken (..)”. [2]