Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 14 oktober 2021 t/m 15 oktober 2021 te [pleegplaats] een in beslag genomen geldbedrag ter hoogte van 110 euro, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op of omstreeks 28 juli 2021 te [pleegplaats] een geldbedrag ter hoogte van 233 euro (104 en 129 euro), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op in omstreeks de periode van 28 juli 2021 t/m 19 november 2021 te [pleegplaats] opzettelijk een geldbedrag ter hoogte van 233 euro (104 en 129 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als medewerker van de politie verantwoordelijk voor het innen van een tweetal OH-vonnissen, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij op of omstreeks 19 november 2021 te [pleegplaats] in een geval waarin een wettelijk voorschrift een verklaring onder ede vorderde en/of daaraan rechtsgevolgen verbond, schriftelijk, persoonlijk en opzettelijk een valse verklaring en/of een verklaring ten dele in strijd met de waarheid, onder ede heeft afgelegd, immers heeft hij, verdachte, toen en aldaar, in het door hem, verdachte, schriftelijk, op ambtseed, opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van 19 november 2021 (proces-verbaal nr. PL0100-2021317030-2) opzettelijk in strijd met de waarheid vermeld: "Ik, [verdachte] heb dit bedrag samen met collega ... afgestort middels de betaalzuil aan het bureau te [pleegplaats] .";
hij op of omstreeks 17 november 2021 te [pleegplaats] , althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag ter hoogte van 150 euro, door als (bonafide) medewerker van de politie - in strijd met de waarheid (na contact met ZSM) aan die [slachtoffer 4] mede te delen dat hij een geldboete ter hoogte van 150 euro kreeg opgelegd voor het plegen van een winkeldiefstal, - in strijd met de waarheid aan die [slachtoffer 4] mede te delen dat het bedrag direct aan hem, verdachte, betaald moest worden en/of - vervolgens met die [slachtoffer 4] naar een pinautomaat te rijden waar die [slachtoffer 4] het bedrag kon pinnen ten behoeve van de directe betaling;
hij in of omstreeks de periode van 23 juli 2021 t/m 19 november 2021 te [pleegplaats] , althans in Nederland meermalen, op verschillende tijdstippen, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, telkens [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten meerdere geldbedragen met een totaal van 450 euro, door als (bonafide) medewerker van de politie - in strijd met de waarheid (na een aanrijding) aan die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] mede te delen dat de wederpartij geen aangifte zou doen als [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] een bedrag van 500 euro zou betalen ten behoeve van de schadeafhandeling, - met die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] een betalingsregeling overeen te komen omdat zij het schadebedrag niet in één keer konden voldoen en/of - vervolgens die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] meermalen thuis te bezoeken om geld op te halen en/of met die [slachtoffer 5] naar een pinautomaat te rijden waar die [slachtoffer 5] een geldbedrag kon pinnen ten behoeve van betaling;
hij in of omstreeks de periode van 28 juli 2021 t/m 14 september 2021 te [pleegplaats] , althans in Nederland meermalen, op verschillende tijdstippen, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, telkens meerdere collega's, vrienden en/of bedrijven uit de omgeving van [pleegplaats] en/of [pleegplaats 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten meerdere sponsorbedragen uiteenlopend van 25 tot 100 euro met een totaal van 3416,10 euro, door als (bonafide) medewerker van de politie - die collega's, vrienden en/of bedrijven mede te delen dat hij, verdachte, mee wilde doen aan een sponsorloop van [instelling] ( [sponsorloop] ), terwijl hij zich nooit heeft aangemeld, - die collega's, vrienden en/of bedrijven te vragen geld over te maken voor die sponsorloop en/of - die collega's vrienden en/of bedrijven een betaalverzoek te sturen;
Inleiding
Beoordeling feiten 2 en 3
Ik, verbalisant, [verdachte] verklaar het volgende:
- de openstaande vonnissen zijn op 28 juli 2021 voldaan door de heer [slachtoffer 2] , de begeleider van de heer [slachtoffer 7] ;
- verdachte heeft een contant geldbedrag van € 233,- aangenomen van de heer [slachtoffer 2] ;
- verdachte heeft – ondanks meerdere verzoeken hiertoe – de signalering niet afgemeld;
- het CJIB heeft het geld niet ontvangen;
- uit informatie van de betaalzuil blijkt dat het geld niet is afgestort en dat door verdachte ook niet is ingelogd in het systeem, niet op 28 juli 2021 en niet in de door verdachte genoemde periode daarna;
- verdachte heeft een proces-verbaal opgemaakt waarin staat dat hij het geld samen met een collega heeft afgestort bij de betaalzuil.
Beoordeling feit 5
Bewezenverklaring
hij in
of omstreeksde periode van 14 oktober 2021 t/m 15 oktober 2021 te [pleegplaats] een in beslag genomen geldbedrag ter hoogte van 110 euro,
in elk geval enig goed,dat
geheel of ten deleaan [slachtoffer 1] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
hij op
in omstreeks de periode van28 juli 2021
t/m 19 november 2021te [pleegplaats] opzettelijk een geldbedrag ter hoogte van 233 euro (104 en 129 euro),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 2]
en/of[slachtoffer 3] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als medewerker van de politie verantwoordelijk voor het innen van een tweetal OH-vonnissen, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
hij op
of omstreeks19 november 2021 te [pleegplaats] in een geval waarin een wettelijk voorschrift een verklaring onder ede vorderde
en/of daaraan rechtsgevolgen verbond,schriftelijk, persoonlijk en opzettelijk een valse verklaring
en/of een verklaring ten dele in strijd met de waarheid,onder ede heeft afgelegd, immers heeft hij, verdachte, toen en aldaar, in het door hem, verdachte, schriftelijk, op ambtseed, opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van 19 november 2021 (proces-verbaal nr. PL0100-2021317030-2) opzettelijk in strijd met de waarheid vermeld: "Ik, [verdachte] heb dit bedrag samen met collega ... afgestort middels de betaalzuil aan het bureau te [pleegplaats] .".
hij op
of omstreeks17 november 2021
te [pleegplaats] , althansin Nederland met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door
het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of doorlistige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag ter hoogte van 150 euro, door als (bonafide) medewerker van de politie
/of
hij in
of omstreeksde periode van 23 juli 2021 t/m 19 november 2021 te [pleegplaats] ,
althans in Nederlandmeermalen, op verschillende tijdstippen, telkens met het oogmerk om zich en
/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door
het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of doorlistige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, telkens [slachtoffer 5]
en/of [slachtoffer 6]heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten meerdere geldbedragen met een totaal van 350
450euro, door als
(bonafide)medewerker van de politie
en/of [slachtoffer 6]mede te delen dat de wederpartij geen aangifte zou doen als [slachtoffer 5]
en/of [slachtoffer 6]een bedrag van 500 euro zou betalen ten behoeve van de schadeafhandeling,
en/of [slachtoffer 6]een betalingsregeling overeen te komen omdat zij het schadebedrag niet in één keer konden voldoen en
/of
en/of [slachtoffer 6]meermalen thuis te bezoeken om geld op te halen
en/of met die [slachtoffer 5] naar een pinautomaat te rijden waar die [slachtoffer 5] een geldbedrag kon pinnen ten behoeve van betaling.
hij in of omstreeks de periode van 28 juli 2021 t/m 14 september 2021
te [pleegplaats] , althansin Nederland meermalen, op verschillende tijdstippen, telkens met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door
het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of doorlistige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels,
telkensmeerdere collega's, vrienden en
/ofbedrijven uit de omgeving van [pleegplaats] en
/of[pleegplaats 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten meerdere sponsorbedragen uiteenlopend van 25 tot 100 euro met een totaal van 3416,10 euro, door als
(bonafide)medewerker van de politie
/ofbedrijven mede te delen dat hij, verdachte, mee wilde doen aan een sponsorloop van [instelling] ( [sponsorloop] ), terwijl hij zich nooit heeft aangemeld,
/ofbedrijven te vragen geld over te maken voor die sponsorloop en
/of
/ofbedrijven een betaalverzoek te sturen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.