ECLI:NL:GHARL:2023:7912

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
20 september 2023
Publicatiedatum
20 september 2023
Zaaknummer
21-001247-23
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor de handel in cocaïne en witwassen van grote geldbedragen met gevangenisstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren voor de handel in 397 kilogram cocaïne en het witwassen van ruim 11 miljoen euro. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en kwam tot de conclusie dat, gezien de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de drugshandel, een gevangenisstraf van zeven jaren passend zou zijn. Echter, rekening houdend met de proceshouding van de verdachte, zijn bekennende verklaringen en spijtbetuigingen, heeft het hof besloten om de eis van de advocaat-generaal te volgen en de straf te verlagen naar 66 maanden, met aftrek van het voorarrest. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak van een ander tenlastegelegd feit. De uitspraak benadrukt de ernst van de drugshandel en de impact daarvan op de samenleving, evenals de noodzaak om de integriteit van het financieel verkeer te waarborgen. De verdachte heeft een prominente rol gespeeld in de drugshandel en het witwassen van de opbrengsten, wat heeft geleid tot een aanzienlijke schade aan de volksgezondheid en de maatschappij.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001247-23
Uitspraak d.d.: 20 september 2023
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof ArnhemLeeuwarden, zittingsplaats Zwolle, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, van 3 maart 2023 met parketnummer 71-184775-22 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1966,
thans verblijvende in P.I. Heerhugowaard.

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 6 september 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. S.L.J. Janssen, naar voren is gebracht.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

De verdachte is door rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 3 is tenlastegelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft verdachte ter zake van de handel in 397 kilogram cocaïne en het witwassen van ruim 11 miljoen euro veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren met aftrek van het voorarrest.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is, voor zover in hoger beroep nog aan de orde, tenlastegelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 september 2020 tot en met 17 december 2020 te [plaats] , en/althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk
- heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, en/of
- vervaardigd en/of
- in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad
in totaal circa 397 kilogram cocaïne, althans (telkens) een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij in of omstreeks de periode van 28 september 2020 tot en met 17 december 2020, te [plaats] en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen meermalen, althans eenmaal (van) een of meer geldbedrag(en), tot een totaalbedrag van circa 11.680.400,-- euro, in elk geval enig(e) geldbedrag(en),
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die geldbedrag(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die geldbedrag(en) voorhanden had(den)
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
- gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat/die geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
- en hij, verdachte, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

De door het hof gebezigde bewijsmiddelen zullen worden opgenomen in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest. Het hof heeft geen reden om te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat de verdachte heeft bekend dat hij de tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat de raadsman geen verweer strekkende tot vrijspraak heeft gevoerd.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 28 september 2020 tot en met 17 december 2020 te [plaats] , en
/althans (elders
)in Nederland, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen, (telkens)opzettelijk
- heeft bereid en
/ofbewerkt en
/ofverwerkt en
/ofverkocht en
/ofafgeleverd
en/of verstrekten
/ofvervoerd, en
/of
- vervaardigd en/of
-
in elk geval (telkens) opzettelijkaanwezig heeft gehad
in totaal circa 397 kilogram cocaïne,
althans (telkens) een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij in
of omstreeksde periode van 28 september 2020 tot en met 17 december 2020, te [plaats] en
/ofelders in Nederland tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen meermalen, althans eenmaal (van) een of meergeldbedrag
(en
), tot een totaalbedrag van circa 11.036.420,-- euro,
in elk geval enig(e) geldbedrag(en),
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die geldbedrag(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die geldbedrag(en) voorhanden had(den)
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen,
heeft omgezet,en
/of
- gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s)wist
(en
)dat
dat/die geldbedrag
(en
)- onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig misdrijf;
- en hij, verdachte, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Evenals de rechtbank is het hof van oordeel dat de gedragingen van verdachte, anders dan door de raadsman is bepleit, ook als witwassen kunnen worden gekwalificeerd. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de bewezenverklaarde feiten uitsluiten.
Het hof is voorts van oordeel dat geen sprake is van eendaadse samenloop van de handel in cocaïne en het gewoontewitwassen zoals door de raadsman is betoogd. Met de rechtbank is het hof van oordeel dat de bewezenverklaarde gedragingen met betrekking tot de cocaïne en het witwassen van de daarop betrekking hebbende gelden niet een in die mate samenhangend, zich min of meer op dezelfde plaats en tijd afspelend feitencomplex opleveren, dat verdachte daarvan in wezen één verwijt wordt gemaakt.
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van het plegen van witwassen een gewoonte maken.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 66 maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarbij heeft de advocaat-generaal zich op het standpunt gesteld dat geen sprake was van een getekende overeenkomst met procesafspraken, zodat hij ook niet zal handelen alsof er wel een overeenkomst was. Hij heeft wel rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden en de oprechte spijtbetuiging van verdachte.
De raadsman heeft verzocht een kortere gevangenisstraf op te leggen. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat de verdediging in eerste aanleg door het openbaar ministerie is benaderd voor het maken van procesafspraken, die waren opgenomen in een conceptovereenkomst. De verdediging heeft destijds aangegeven niet bereid te zijn tot het ondertekenen van een overeenkomst, maar wel bereid te zijn om materieel alle eisen in te willigen. Er zijn dan ook geen onderzoekswensen ingediend, geen uitgebreide bewijsverweren gevoerd en verdachte had bij de reclassering al een bekennende verklaring afgelegd. Toch eiste de officier van justitie een langere gevangenisstraf dan in de conceptovereenkomst was opgenomen. Daarnaast heeft de raadsman verzocht de persoonlijke omstandigheden en de proceshouding van verdachte in strafmatigende zin mee te wegen.
Naar het oordeel van het hof is de hierna te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Daarbij is in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het handelen in 397 kilogram cocaïne. Verdachte had binnen die drugshandel een prominente rol. Hij fungeerde als aanspreekpunt en stond in nauw contact met de leveranciers en afnemers, waarmee afstemming over data en tijdstippen van de levering van cocaïne plaatsvond. Ook onderhandelde verdachte over de prijs. Daarnaast had verdachte een grote rol bij de overdracht van grote geldsommen en heeft hij zich schuldig gemaakt aan het witwassen van ruim 11 miljoen euro. Met zijn handelen heeft verdachte een grote bijdrage geleverd aan het faciliteren en het in stand houden van een afzetmarkt voor harddrugs. Het gebruik van harddrugs is schadelijk voor de volksgezondheid en kan bijdragen aan het ontstaan van ernstige ontregeling van het maatschappelijk functioneren. Bovendien wordt de handel in cocaïne zowel direct als indirect in verband gebracht met vele vormen van criminaliteit. Door het witwassen van het geld dat met de cocaïnehandel gepaard ging heeft verdachte voorts de integriteit van het financieel en economisch verkeer aangetast.
Het hof heeft acht geslagen op het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 3 augustus 2023, waaruit blijkt dat verdachte niet recentelijk is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Daarnaast heeft het hof acht geslagen op het reclasseringsadvies van 14 februari 2023 waaruit blijkt dat verdachte geen hulpvraag heeft en dat het recidiverisico niet kan worden ingeschat.
Het hof heeft ook acht geslagen op de oriëntatiepunten voor straftoemeting die bij de handel in harddrugs van meer dan twintig kilo, waarbij sprake is van een organisatie, uitgaan van een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren. Het hof benadrukt dat het in onderhavig geval gaat om een hoeveelheid van bijna 400 kilo en dat dit oriëntatiepunt niet mede ziet op het witwassen van de geldbedragen die met de handel gepaard gaan. Voor witwassen bestaan er geen oriëntatiepunten.
Het hof vindt een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren voor beide feiten hier op zich passend. Gelet echter op de proceshouding van verdachte, de bekennende verklaringen en de spijtbetuigingen zal het hof de eis van de advocaat-generaal volgen. Het hof zal dus volstaan met het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van 66 maanden, met aftrek van het voorarrest.
De tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Beslag

Uit een schrijven van het landelijk parket gedateerd 24 maart 2023 blijkt dat besloten is tot teruggave van de inbeslaggenomen geldbedragen aan verdachte. Verdachte heeft ter zitting bevestigd dat hij de bedragen retour heeft gekregen. Het hof hoeft hierover dus geen beslissing meer te nemen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 47, 57 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 3 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het hof onderworpen en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
66 (zesenzestig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. K.J.C. Geeve, voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. M.J.C. Dijkstra, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. F.K. Stax, griffier,
en op 20 september 2023 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. M.J.C. Dijkstra is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.