ECLI:NL:GHARL:2023:7839
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verzoeken tot schorsing en voorlopige voorzieningen in een zorg- en vakantieregeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over verzoeken tot schorsing en voorlopige voorzieningen in een familiezaken. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.H. Six-van der Werf, had verzocht om wijziging van de zorgregeling die door de rechtbank Midden-Nederland was vastgesteld. De vader, vertegenwoordigd door mr. C.M. Schouten, had op zijn beurt verzocht om de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij hem te bepalen en om een zorgregeling vast te leggen.
Het hof heeft de vader niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoeken tot voorlopige voorzieningen, omdat deze niet voldeden aan de eisen van samenhang met de hoofdzaak. De moeder's verzoek tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van de terugverhuizing werd afgewezen, omdat zij geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die een wijziging rechtvaardigden. Het hof oordeelde dat de moeder niet voldoende had aangetoond dat de terugverhuizing in het belang van de minderjarige zou zijn.
Daarnaast heeft het hof de dwangsom voor de moeder verhoogd naar € 1.000,- per overtreding, met een maximum van € 50.000,-, omdat de moeder zich niet hield aan de eerder vastgestelde zorg- en vakantieregeling. De moeder werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de vader, vastgesteld op € 2.366,-. De beslissing van het hof benadrukt het belang van naleving van rechterlijke uitspraken in familiezaken en de noodzaak voor ouders om samen te werken in het belang van hun kinderen.