Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot schorsing van de uitvoerbaar bij voorraad verklaring van een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft een zorgregeling tussen de vader en de moeder van een minderjarige dochter, waarbij de moeder de hoofdverblijfplaats van het kind heeft. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.H.J. Joosten, verzocht om schorsing van de door de rechtbank vastgestelde zorgregeling, die volgens hem onomkeerbare gevolgen heeft voor het welzijn van de minderjarige. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. H. Hooijer, en de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden-Nederland, verweerden het verzoek van de vader. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 4 september 2023 gehouden, waarbij beide ouders en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren. Het hof oordeelde dat de vader zijn verzoek onvoldoende had onderbouwd en dat de argumenten tegen de zorgregeling inhoudelijk behandeld moeten worden in de hoofdzaak. Het hof heeft het verzoek tot schorsing afgewezen, waarbij het belang van de minderjarige voorop stond.