Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een echtscheiding tussen partijen, die in 1976 in Marokko met elkaar zijn getrouwd en beiden de Nederlandse nationaliteit hebben. De vrouw heeft hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, waarin de echtscheiding is uitgesproken. De vrouw verzoekt het hof om de bestreden beschikking te vernietigen, terwijl de man verweer voert en vraagt om de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar hoger beroep, of de bestreden beschikking te bekrachtigen.
Het hof verwijst naar de eerdere beschikking van de rechtbank van 5 januari 2023 en constateert dat er sprake is van een rechtsgeldig huwelijk dat in Nederland erkend kan worden. Het hof stelt vast dat het huwelijk duurzaam is ontwricht, aangezien partijen sinds mei 2022 gescheiden leven en er geen contact meer is tussen hen. De man heeft het verzoek tot echtscheiding ingediend en is vastberaden om het huwelijk te beëindigen, terwijl de vrouw nog hoop heeft op herstel.
Na beoordeling van de feiten en omstandigheden komt het hof tot de conclusie dat de grief van de vrouw faalt. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, waarin de echtscheiding is uitgesproken. De beslissing is genomen op 19 september 2023 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, met de rechters H. Phaff, K.A.M. van Os- ten Have en D.J.I. Kroezen, en griffier mr. K.E. Vaartjes-de Wit.