In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van het gezag en de omgangsregeling van een minderjarige. De vader, verzoeker in het principaal hoger beroep, verzocht om alleen belast te worden met het gezag over zijn dochter, terwijl de moeder, verzoekster in het incidenteel hoger beroep, verweer voerde tegen deze wijziging en een aanpassing van de omgangsregeling vroeg. De ouders zijn gescheiden in 2019 en hebben samen een dochter, geboren in 2014. De rechtbank Gelderland had eerder bepaald dat de dochter bij de vader woont en dat er een omgangsregeling was vastgesteld waarbij de moeder eenmaal per twee weken contact heeft met haar dochter, begeleid door een jeugdbeschermer.
Het hof heeft vastgesteld dat er veel wantrouwen tussen de ouders bestaat, wat de communicatie en samenwerking bemoeilijkt. De vader heeft positieve ontwikkelingen doorgemaakt in zijn opvoedingsvaardigheden en de zorg voor de dochter, terwijl de moeder soms moeite heeft met het nemen van beslissingen. Het hof oordeelt dat het in het belang van de minderjarige noodzakelijk is dat de vader alleen met het gezag wordt belast, om zo duidelijkheid en stabiliteit te bieden. De omgangsregeling wordt gewijzigd naar twee uur per week contact tussen de moeder en de dochter, onder begeleiding van een professionele instantie, waarbij de ouders in overleg kunnen besluiten tot uitbreiding van de omgang indien dit in het belang van de minderjarige is.
De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad en de proceskosten worden gecompenseerd, waarbij ieder de eigen kosten draagt. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank Gelderland vernietigd voor zover deze aan het oordeel van het hof onderworpen was en opnieuw beslist.