Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 10 november 2022;
- het verweerschrift met producties;
- een journaalbericht van mr. Anik van 7 februari 2023 met producties;
- een e-mailbericht van mr. Anik van 20 juni 2023 met producties;
- een journaalbericht van mr. Anik van 28 juni 2023 met begeleidende brief en productie;
- een journaalbericht van mr. Ünalan-Akkan van 4 juli 2023 met producties;
- een journaalbericht van mr. Ünalan-Akkan van 6 juli 2023 met een productie.
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
- de echtgenoten hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben, of
- de laatste gewone verblijfplaats van de echtgenoten zich in Nederland bevindt, indien een van hen daar nog verblijft, of
- de verweerder (de man) zijn gewone verblijfplaats in Nederland heeft, of
- de gewone verblijfplaats van een van de echtgenoten in Nederland is indien sprake is van een gemeenschappelijk verzoek, of
- de verzoeker (de vrouw) haar gewone verblijfplaats in Nederland heeft en zij sinds ten minste een jaar onmiddellijk voorafgaand aan de indiening van het verzoek in Nederland verblijft, of
- de verzoeker (de vrouw) haar gewone verblijfplaats in Nederland heeft en zij daar sinds ten minste zes maanden onmiddellijk voorafgaand aan de indiening van het verzoek in Nederland verblijft en Nederlands onderdaan is.