Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.De procedure bij de rechtbank
2.De procedure in hoger beroep
7 december 2022,
3.De vaststaande feiten
4.De beoordeling van het incident
26 oktober 2022 schorst, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van dit incident. Ter onderbouwing van zijn vordering heeft hij aangevoerd dat de te maken belangenafweging bij een dergelijke vordering in zijn voordeel dient uit te vallen. Zo zal de tenuitvoerlegging van het vonnis onomkeerbare gevolgen hebben. Er zou ook een noodtoestand bij [appellant] ontstaan. De huidige woningmarkt maakt niet dat [appellant] op korte termijn een andere woning zal kunnen betrekken. Ook heeft hij een kantoor aan huis, wat verhuizen lastig maakt. Verder kan hij niet bij zijn vriendin intrekken, omdat dit verregaande fiscale gevolgen voor haar zou hebben. Daarnaast zijn de belangen van [geïntimeerde] bij tenuitvoerlegging en een spoedige verkoop van de woning verwaarloosbaar. [appellant] voldoet maandelijks de hypothecaire verplichtingen. Daarnaast is de omstandigheid dat [geïntimeerde] geen huurtoeslag ontvangt omdat de woning op haar naam staat niet relevant, omdat zij ook geen huurtoeslag krijgt wanneer de woning wordt verkocht. Daarbij staat nog niet onherroepelijk vast dat de woning zal worden verkocht en de overwaarde van een eventuele verkoop aan [geïntimeerde] toekomt.
Het hof gaat uit van de overwegingen en beslissingen van het vonnis van de rechtbank. De kans van slagen van het hoger beroep blijft daarbij buiten beschouwing. Zou een beslissing van de rechtbank op een kennelijke misslag berusten, dan kan het hof daaraan gevolgen verbinden voor de uitvoerbaarheid. [appellant] heeft echter niet gesteld dat één of meer van de beslissingen van de rechtbank berusten op een kennelijke misslag.
5.De beslissing
dinsdag 28 februari 2023voor het nemen van de memorie van grieven;