Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[woonplaats](hierna: belanghebbende)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
Betreft: aanslagnummer [nummer1] .
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, waarin de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaren tegen aanslagen watersysteemheffing voor de jaren 2015, 2016 en 2017 ongegrond heeft verklaard. De heffingsambtenaar van het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn had aan belanghebbende voor deze jaren aanslagen opgelegd, die belanghebbende betwistte. De rechtbank oordeelde dat de bezwaren tegen de aanslagen voor 2015 en 2016 niet-ontvankelijk waren verklaard wegens termijnoverschrijding, terwijl het bezwaar tegen de aanslag voor 2017 ongegrond was verklaard omdat de WOZ-waarde correct was vastgesteld.
Tijdens de zitting van het Hof op 6 juni 2023 werd het geschil besproken. Belanghebbende stelde dat de heffingsambtenaar de bezwaren ten onrechte niet-ontvankelijk had verklaard en dat de aanslag voor 2017 niet correct was vastgesteld. Het Hof oordeelde dat de bezwaren tegen de aanslagen voor 2015 en 2016 terecht niet-ontvankelijk waren verklaard, omdat de bezwaartermijnen waren overschreden. Voor de aanslag van 2017 oordeelde het Hof dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde correct had gehanteerd en dat er geen bewijs was dat de WOZ-waarde niet volgens de voorschriften was vastgesteld.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De proceskosten werden niet toegewezen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 12 september 2023.