In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de wijziging van het gezag en de omgangsregeling van twee minderjarige kinderen, geboren in 2018 en 2019. De vader en moeder, die eerder gehuwd waren, hebben gezamenlijk gezag over de kinderen gehad, maar de moeder heeft sinds 24 februari 2023 alleen het gezag gekregen na een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland. De vader, die in hoger beroep is gegaan, verzoekt het hof om het gezamenlijk gezag te herstellen en om de omgangsregeling in de zomervakantie te wijzigen, zodat hij meer tijd met de kinderen kan doorbrengen.
Het hof heeft vastgesteld dat de omstandigheden sinds het sluiten van het ouderschapsplan zijn gewijzigd en dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het in het belang van de kinderen noodzakelijk is om het gezag te wijzigen naar eenhoofdig gezag voor de moeder. Het hof heeft ook geoordeeld dat de omgangsregeling, zoals vastgesteld door de rechtbank, in stand blijft, omdat de vader zijn afspraken niet is nagekomen en er geen vertrouwen is dat hij de nieuwe regeling zal respecteren.
De beslissing van het hof is gebaseerd op de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek en de internationale verdragen die van toepassing zijn op deze zaak. Het hof heeft de ouders aangespoord om de communicatie te verbeteren en samen te werken in het belang van de kinderen, maar heeft tegelijkertijd de bestreden beschikking bekrachtigd.