In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 20 uren, subsidiair 10 dagen hechtenis, wegens medeplichtigheid aan witwassen. Het hof heeft het hoger beroep behandeld na een zitting op 25 augustus 2023, waarbij de advocaat-generaal een veroordeling eiste. De verdachte heeft echter betwist dat zij medeplichtig was aan het witwassen van geld dat door een onbekende was verkregen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte een bankrekening op haar naam had geopend en de gegevens daarvan had verstrekt aan een onbekende, maar dat dit op zichzelf niet voldoende bewijs opleverde voor medeplichtigheid aan witwassen. Het hof overwoog dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte opzettelijk handelde met de wetenschap dat haar bankrekening voor criminele activiteiten zou worden gebruikt. Bovendien bleek uit het onderzoek dat de verdachte ten tijde van de feiten mentaal niet in staat was om de gevolgen van haar handelen volledig te overzien. Gezien deze omstandigheden heeft het hof de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde medeplichtigheid aan witwassen. Daarnaast zijn de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte is vrijgesproken van het handelen dat de schade zou hebben veroorzaakt.